Van het zweet druipt de man
Van de rots
Van de regen, in de drup
Van de daken, van de banden van de bus
Van de vette haren van de sloeber op het plein
Van de oren van een glibberig konijn
Van de poten van een spin
De aarde in
[Meer van Uilander op Minotaurus: Stunde 12]