Telkens uit je dromen stappen,
ermee spelen als blokken
met het kind, het huis
tot thuis verbouwen, kijken
of het kan,
of de trap juist kraakt,
want zoals de trap thuis kraakt,
kraakt hij nergens,
of je je naakt kan voelen, zonder
betrapt,
of je het fornuis een thuis kan geven,
de rol van achtergrond in tableau vivants
tussen soep en patatten,
of de muren oren hebben van een opa en
rimpels, te wijs om tegen op te lopen,
of het plafond een kalme aanblik leeft
om, als de vloer vol rommel staat,
even naar te staren
en of de wasmachine plaats vindt
om ’s avonds zacht te draaien.
Telkens uit je dromen stappen,
ze dragen als een koortsig kind
dat zijn thuis niet vindt,
te rusten leggen, met onder bed
kieren van deuren die openkraken
en dichtslaan.
wat is dat toch met die koorts?
Ik weet het niet, maar ik kotste vroeger best vaak in bed. Plassen niet echt. Wel lekker John Bonhammen vanuit me hoogslaper boven op me lego kastelen. Dat braaksel kon je jaren later nog zitten tussen de bewegende delen van die lego paarden. Niet eruit te krijgen. Zure troep. Ik heb het nog ergens liggen, ik zal eens kijken of het er nog steeds zit!
had je koorts kippfest, dat je moest kotsen?
Nee! Maar ik dacht, koorts op hemd, kots, associatie, enne… Ik ga weer gewoon in mijn hoek staan denk ik.