Saskia
Het was niet druk op de mensa die avond. Het was de avond erna. We zaten toevallig tegenover elkaar, Saskia en ik. Maar was het wel toeval? Wat mij betreft wel.
‘Over gisteravond gesproken,’ zei Saskia nauwelijks hoorbaar, ‘nog nooit heeft iemand mij zo gekwetst als jij gisteravond. Het bevestigt wat ik van mannen vind. De man is een vreemd soort.’
Vind ik ook, maar om een andere reden dan zij, bleek later.
‘Iedere man wil met iedere vrouw naar bed,’ ging ze verder. Het liefst iedere dag en op elk gewenst moment. Maar als puntje bij paaltje komt, weten ze zich geen raad.’
Dat iedere man met iedere vrouw naar bed wil, klopt. Maar iedere dag en op elk gewenst moment ?
‘Stuntels zijn het,’ ging ze verder. ‘Een vergissing.’
Ik had haar niet gekwetst, vond ik. Dat moest ik haar duidelijk maken.
‘Je mag vinden van mannen, wat je wilt. Daar heb ik geen moeite mee. Maar dat ik je gekwetst zou hebben, nee.’
Saskia onderbrak me. Vond ik vervelend.
Saskia: ‘Hoe is het mogelijk. Meneer weet nergens van. Ik zal je heel precies uitleggen, wat ik bedoel. Ik was gisteravond zo geil als boter. Ik ben nog nooit zo geil geweest. Geiler dan geil. Dat heb je zeker niet gemerkt. Mijn slipje was kletsnat. We waren net binnen, of ik ging liggen. Dat deed ik niet voor niks. Ik bood mezelf aan. Een duidelijker signaal had ik je niet kunnen geven. Een aap had dat meteen begrepen. Een echte kerel, als die al bestaan, komt naar je toe en rukt het slipje van je geile reet. Dat heb je niet gedaan. Ik ben een vrouw. Van vlees en bloed. Ik wil ook neuken of geneukt worden. Ik heb geen voorkeur. Als het maar gebeurt. Maar deed je niet. Waren we maar apen gebleven.’
Toen de storm was gaan liggen, wilde ik haar hand vastpakken, maar langzaam trok ze die terug. Ze voelde zich alleen. Ze voelde zich verlaten. Ik kon haar niet troosten. Boosheid maakte plaats voor verdriet. Dat raakte me. Niets is erger dan een vrouw die verdriet heeft. Erger dan het verdriet van een kind.
Toen we klaar waren met eten, stond Saskia op en zei: ‘Ik ga naar huis.’ Ik ging met haar mee. Onderweg zei ze niks en ik ook niet. Ik kon geen woord uitbrengen.
Toen we op haar kamer waren, maakte ik haar bh los. Ze verzette zich niet. Wat was ze mooi.