– Dag Ben.
– Dag Max.
– Hoe is het met je?
– Ik mag niet klagen, Max, ik besta niet meer.
– Ik weet het, Ben. Hoe is het om niet meer te bestaan?
– Het gaat eigenlijk vanzelf. Ik heb er denk ik wel talent voor.
– Heb je het gelezen, Ben? Al die hartverwarmende reacties. Hier en op Sargasso en op Facebook. Al die mensen die je zo zullen missen.
– Ja, ik heb het gelezen. Eerlijk gezegd vind ik het wat overdreven.
– Dat dacht ik al, dat jij het overdreven zou vinden. Jij vindt alles overdreven. Er wordt in besloten familiekring afscheid genomen van je. Wij kunnen er niet bij zijn, omdat jij dat overdreven had gevonden.
– Ja, dat klopt. Dat vind ik ook overdreven. Je hebt er niets aan, aan zo’n uitvaart.
– Ik was gister nog op een uitvaart.
– Gecondoleerd. Was het iemand die je goed kende?
– Ik ken de weduwnaar goed. Daarom was ik er.
– Dat bedoel ik.
– De persoon die was overleden had nogal een grote interesse in zweverige zaken. In de toespraken werd veel gesproken over lichtjes die nooit zullen doven en eindes die geen echt einde zijn, maar een overgang.
– O jee.
– Op een gegeven moment, toen er op een scherm een clip van Enigma werd vertoont waarin een eenhoorn figureerde, stelde ik me voor dat jij in de kist lag en toen schoot ik in de lach.
– Als ik in die kist had gelegen, was ik waarschijnlijk ook in de lach geschoten.
– Dat zou mooi zijn geweest. Weet je eigenlijk al welke muziek er op je uitvaart gedraaid wordt, Ben?
– Waarschijnlijk iets van Bach. Ik laat het aan mijn zus over. Die weet wel wat ik mooi vond. Ik heb haar de opdracht gegeven om te kijken wat het crematorium heeft liggen. Dan kan er het minste fout gaan.
– Net zoals bij Alice dus.
– Net zoals bij Alice.
– Geen toespraken zeker?
– Ik denk het niet. Nergens voor nodig. Mijn familie kent me. Die gunt me mijn rust.
– Heb je God al ontmoet, Ben?
– God bestaat niet, Max. Net als ik.
Helemaal af Max. Mag geen woord van weg of bij.
Een mooi stuk, geheel in de traditie van Bens gesprekken met Alice.
Fijn.
Wat de anderen voor mij hier zeiden, en wat er na mij gezegd zal gaan worden.