Tot voor kort zei mijn vriend nooit veel, hij was meer een luisteraar. Dat kwam goed uit want ik ben meer een prater en voor een prater is het prettig als er iemand luistert. Voor een luisteraar echter valt er niet veel te luisteren als er niets gezegd wordt, dus ik praatte en hij luisterde en zo waren we allebei tevreden.
Tot voor kort dus. Want vorige week woensdag zei mijn vriend ineens zonder aanleiding: ‘Er heeft een innerlijke provincie bestaan en die daagt ons des te nadrukkelijker uit doordat de echte provincie naar de achtergrond verdwijnt ten gunste van de administratieve regio’s en misschien ook van een gegeneraliseerde gelijkwaardigheid van territoria en geldstromen.’
Continue reading →