Hoe preken de pastoors? U weet misschien dat ze zelf hun preken schrijven, maar toch preken ze allemaal ongeveer hetzelfde, met twee stijlfiguren: 1. de herhaling, en 2. de (onnodige, soms sappige) adjectiva. Ik geloof dat het ze zo klassikaal geleerd wordt op de seminaries. In elk geval herken je de pastoorspreek al na anderhalve zin.
‘Beminde parochianen.’ Zo beginnen ze een preek en dat beminde is zo’n adjectivum waarvan je weet: je lult uit je nekharen, man. Hij had beter met ‘Dames en heren, jongens en meisjes’ kunnen beginnen, maar dat hoort niet, hebben ze hem op het seminarie wijsgemaakt. Ik vergeet nog dat een derde stijlkenmerk is: de kinderachtigheid van de gehele preek. Ik althans heb nog nooit iets volwassens horen verklaren door een pastoor. Een preek gaat bijvoorbeeld zo.
‘Beminde parochianen. Als Onze Lieve Heer vandaag zou terugkomen op deze aarde, deze heerlijkheid van ons, wat zou Hij hier dan aantreffen? Aantreffen zou Hij een wereldwijde crisis, beminde parochianen. Een wereldwijde crisis die iedereen raakt, soms hard raakt, zoals we in onze eigen parochie ook meemaken. Soms te hard, als ik zie hoe onze ouderen en onze gehandicapte medemensen eraan tenonder gaan. Maar het is ook een crisis in de geloofsbeleving, dat zult u met mij eens zijn. Hoevelen zijn er niet onder ons, die het geloof maar zozo vinden, die soms zelfs helemaal niet meer geloven. Voor wie het Onze Vader een leeg gebed is geworden. Ik hoorde laatst het verhaal van een mevrouw uit onze parochie, die mij vertelde dat zij uitgelachen werd door de hangjongeren in haar straat, toen zij voorstelde om samen het Wees Gegroet te gaan bidden. Wees gegroet, Maria, vol van genade! De jongelui kenden het gebed niet, ze hadden er nog nooit van gehoord, en toen zij haar handen samenvouwde, maakten ze haar belachelijk. Belachelijk uit onkunde. Hier ligt nog een schone taak voor het lager en middelbaar onderwijs! Maar ik daag u uit om in deze sombere tijden, deze tijden van crisis en beroering, ik daag u uit zoals ik mezelf heb uitgedaagd om ook iets positiefs te vinden. Ik denk bijvoorbeeld aan het immense Amazonegebied, waar het prachtige Braziliëland ligt, en waar pater Stefan zulk goed werk doet onder de Chippawa Indianen. In dat uitgestrekte gebied vol overstromingen, meervallen, krokodillen en andere vissoorten, want alles wat God gemaakt heeft, daar barst het van in de Amazone, om de woorden van pater Stefan te gebruiken, in dat gebied dat groter is dan Nederland en België bij elkaar, daar wonen de Chippawa Indianen. En zij leven daar in samenspraak met de natuur, die de schepping is. Volgende week zondag zal pater Stefan hier zelf preken, over de bekering van de Chippawa Indianen tot het Rooms Katholicisme, en ik neem aan dat u gulle gevers zult zijn, zoals onze parochie dat altijd al geweest is. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Amen.’