‘Ik zal mij even voorstellen, gaat u allemaal zitten. Ik ben de DGA van HHH. Wat is een DGA? Ik kwam die afkorting ook voor het eerst tegen in een televisiereclame voor het Zwitserleven Gevoel. DGA betekent Directeur Groot Aandeelhouder, jawel. Normaal gesproken is iemand die zichzelf een DGA noemt, een onbetrouwbaar sujet. Ik zal u uitleggen waarom dat in dit geval niet zo is. Ik ben namelijk de DGA van HHH, dat wil zeggen: van Help Hoogeboom Hiermee.
Waarmee moet Hoogeboom dan geholpen worden? Wat is het probleem waarmee Hoogeboom worstelt? Dat zal ik u nu uitleggen, dames en heren, het is een voorrecht te spreken voor een zaal vol geïnteresseerden. U bent uit alle hoeken en gaten van ons land hier naartoe gekomen, ik waardeer dat zeer. Houd u er even rekening mee, dat straks in de pauze eerst de oneven rijen en daarna pas de even rijen naar het buffet gaan, voor een kopje koffie of wat etenswaar. Dit om de buffetjuffrouw te ontzien, zij doet dit werk voor het eerst. Dus eerst de oneven rijen, enzovoorts. Ik zal het straks nog een keer herhalen. De hotelhouder heeft me gevraagd dit even op te noemen.
Het is – ja mevrouw?… Nee, u zit op de derde rij, één twee drie, dus u mag zodra ik ‘Pauze’ zeg direct naar het buffet gaan. Wat? Of naar het toilet, inderdaad. O, u wilt daar meteen naar toe gaan! Dat mag, mevrouw, laat die mevrouw er even door, heren. Dan houd ik de zaal nog even bezig met enkele anecdotes, en dan gaan we verder zodra u terugbent.
Over het algemeen zijn de maanden mei en juni in Nederland de droge maanden. Pas in juli valt er weer regen.
Ik heb nooit een boek van Dostojevski of van Dickens helemaal kunnen uitlezen. Dat is me wel gelukt met de andere Russische schrijvers of met bijvoorbeeld Anthony Trollope. Hoe komt dat? Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren (ik kan het ook niet helpen, maar zo heten ze echt) heeft in 2005 een deel van Nabokov’s Lectures on Russian literature in vertaling doen verschijnen, en dat deel ging over de hekel die Nabokov had aan Dostojevski. Het is precies zijn hekel die ook de mijne is. In Dostojevski’s boeken regeren de neuroten en de psychopaten. Wat is daar nu zo erg aan, zult u vragen. Op zich niks natuurlijk. Er zijn wel meer boeken met neuroten die elkaar vermoorden of die elkaar beledigen en elkaar vervolgens om de hals vallen. Maar wat Dostojevski zo onleesbaar maakt, dat is dat je weet dat zulke dingen zullen gebeuren vanaf pagina 1 tot en met pagina 850. Dát maakt – ach, daar bent u weer, mevrouw. Gaat u rustig zitten, dan ga ik verder met mijn verhaal.
Waar waren we? Ik zei dat ik de DGA van HHH was.’
Leuk stuk Ben, die mevrouw mag nog wel ’n keer van het toilet gebruikmaken, maar waarom heb je je bril weg-gephotoshopt bij de illustratie erboven?
Vroeger (een kleine twintig jaar geleden) hield ik af en toe redevoerinkjes in galeries, bij openingen van exposities. Die praatjes gingen overal en nergens over, en ze vielen wel in de smaak, geloof ik. Zo verzon ik eens dat een bevriende schilder een jaar lang bij Mount Sturmond in het Schotse Hooggebergte had verbleven, om zich te bezinnen op zijn taak. ‘Maar we zijn blij dat hij weer terug is!’ De schilder was nooit in Schotland geweest en is de rest van die opening bezig geweest om een en ander uit te leggen.
Het mooist was een praatje dat ongeveer zo begon: ‘Het zou wel het beste zijn, dames en heren, als u enige afstand tot mij nam, en mij straks niet om de hals zult willen vallen, uit erkentelijkheid of uit enthousiasme of uit pure genegenheid. Want ik heb een ziekte en ik weet niet hoe besmettelijk die ziekte is.’
Dat fotootje van F.M. Dostojevski had ik al boven mijn stukje gezet, want ik wou het eens hebben over mijn hekel aan zijn werk. Maar ik kon er niet veel meer tekst uit persen dan ik in dit stukje heb gedaan. Toen moest ik iets, en ik heb toen die mevrouw en dat praatje gemaakt.
Een DGA is een kleine scharrelaar, ik kan het weten want ik ben er zelf een. Je wordt het vanzelf als je niet handig genoeg bent om genoeg geld te verdienen als zzp’er. Dan moet je een bedrijf worden met een paar mensen in dienst en niet voor niets luidt bekende Joodse verwensing ‘ik wens je veel personeel toe’ (dat was geen slecht stukje!).
Omdat niemand anders je verantwoordelijkheid zou willen hebben, ben je vanzelf directeur, en omdat niemand anders je aandelen zou willen hebben, ben je vanzelf grootaandeelhouder.
(Voor het Zwitserlevengevoel heb ik een Zwitserse vriendin. Daarover misschien een andere keer.)