KLUNK. De deur werd open en daarna dicht geslagen met maar ternauwernood Zwarte Piet en de opmerking uit het duister “Laat ons… ALLEEN!!” daartussendoor. Zwarte Piet was voorover op zijn knieën gevallen, en rees nu op een imposante en coole manier omhoog op zijn twee voeten. Voor hem was een bureau waarop rustig met vingers werd getrommeld en met als bron van al dat getrommel in het duister een duister figuur op een grote duistere bureaustoel.
Het figuur boog zich naar voren, en tussen de ruwe schaduwen bleek het… SINTERKLAAS te zijn.
“Zo,” zei de Sint. Zwarte Piet hief zijn kin omhoog, waardoor zijn blik automatisch neerkeek op de Sint.
“Zo zo. De opstandige Piet,” vervolgde de Sint, iets duidelijker trommelend met zijn vingers op het bureau. Hij haalde nadenkend een hand door zijn baard.
“De Piet die niet breekt.”
Sinterklaas keek nog eens goed naar Zwarte Piet. Potverdikkie. Zijn hemd stond open, strak van de bijna eruitstulpende spiermassa die zijn borst en biceps waren. Zijn pietenhoed zat als een Black Power baret boven op zijn hoofd, en zelfs de pof was uit zijn broek. De Sint snoof.
Hij had het pietenpak speciaal zo ontworpen om elke vorm van mannelijkheid en trots uit die pieten te slopen. De totale vernedering op ze te leggen, met die belachelijke kraag en pofbroek en panty’s en felgekleurde hoedjes. Makkelijk herkenbaar doelwit ook, mocht er eentje ontsnappen.
Maar deze Piet was ondanks het pak nog STEEDS imposant. Een dwingende verschijning, machtig en indrukwekkend. Godverdomme, deze Piet was gewoon TE mannelijk.
“Zo,” zei de Sint maar weer, een potlood oppakkend en die bedachtzaam door de elektrische potloodslijper halend. “Zo.”
Sinterklaas keek Zwarte Piet streng aan.
“Denk jij soms dat jij het baasje bent,” vroeg Sinterklaas. Zwarte Piet deed langzaam zijn gespierde armen over elkaar, die nog steeds een beetje blonken van het noeste arbeidszweet.
“Ik ken mijn plaats,” zei hij kalm. OEEEEHHH dat was alsof Sinterklaas en Zwarte Piet aan het duimworstelen waren en Zwarte Piet’s duim ineens uitschoot en zachtjes met het topje ervan Sinterklaas zijn anus penetreerde. Touché, dacht Sinterklaas, niets laten merkend natuurlijk. Dat plezier zou de Sint hem niet gunnen, hoor je hem Zwarte Piet?? HOOR JE HEM??
Sinterklaas snoof weer.
“Het zou je sieren die te kennen,” sprak hij langzaam. Plop. Hij trok het potlood uit de slijper.
“We hebben allemaal onze plaats in de natuur, Piet. En die orde is het enigste wat ervoor zorgt dat niet alles chaos wordt.”
Sinterklaas stond op, en liep even heen en weer voor de Piet, met zijn handen achter zijn rug.
“Weet jij waarom de blanken de baas horen te zijn?”
Hij liep nog een paar keer heen en weer om de vraag te laten inzinken bij Piet.
“Kijk naar mij Zwarte Piet. Wat zie jij?”
Zwarte Piet zag een verschrompeld bleek schepsel in een jurk, met poezelige wijvenhandjes in wijvenhandschoenen bezet met wijvenjuwelen. Een stomme wijvenhoed op zijn gepernamenteerde gebleekte haar wat vanuit deze hoek verdacht veel weg had van een pruik. Make up om zijn wallen te verbergen. Wijvenijdelerij.
Sinterklaas knikte streng. “Precies. Beschaving. Een keurige man. Netjes verzorgde nagels,” zei hij, trots zijn behandschoende handen bekijkend, “Niet al die…” De Sint vertrok zijn gezicht met minachting, “Spieren, omdat beschaafde mensen alleen hun denkspieren trainen,” wees hij indringend naar zijn relatief grote hoofd, dat moest Zwarte Piet hem dan maar weer wel nageven.
“En kijk dan nu hoe jij eruitziet,” zei Sinterklaas sip, wijzend naar Zwarte Piet met een wegwerpgebaar. “Jij bent geen beschaafde man. Daarvoor ben je veels te… Mannelijk. Dierlijk bijna.”
Sinterklaas likte snel zijn lippen. Om ze te bevochtigen natuurlijk.
“Roofdierlijk,” zei hij. Zwarte Piet reageerde niet.
“Met je broek aan,” zei de Sint, starend naar de broek in kwestie. Even nadenkend. Snel herstellend: “… Een beschaafd man draagt natuurlijk heel veel rokken over elkaar.”
Om dit te demonstreren tilde de Sint zijn rokken omhoog, een stuk gladgeschoren been laten ziend. Hij deed de rokken weer naar beneden, maar langzamer. Zijn grijzig grauwe been vol dikke blauwe aders naar voren strekkend, de enkel buigend. Sinterklaas snapte zichzelf niet. Probeerde hij soms onbewust Zwarte Piet te verleiden?
De Sint keek Zwarte Piet weer streng aan. Onverzettelijk steeds. Verdomme Piet, waarom breek je niet. Hij wou Zwarte Piet aaien. Hij… Sinterklaas schudde zijn hoofd en werd boos op zichzelf.
“Waarom luister je niet naar rede??” viel hij boos uit. “Waarom niet?” stampvoette hij. “Zeg het!!”
Zwarte Piet keek hem indringend aan. Zijn ogen tot spleten vernauwd. Sinterklaas kreeg het warm, alsof hij betrapt was op iets.
“Ik ga je slaan Piet,” zei de Sint boos, naar zijn bureau lopend om zijn vergulde slavenzweep te pakken. Hij zou Zwarte Piet wel even een lesje leren.
KLATS.
Sinterklaas keek naar zijn trillende arm. Vast in de ferm grijpende hand van Zwarte Piet. Elke keer dat Sinterklaas aanstalten maakte toch de zweep te pakken, kneep Zwarte Piet zachtjes in de hand. Ferm- maar rechtvaardig. Hij zei nog altijd geen woord.
“HOU OP!” riep de Sint. “IK BEN DE BAAS!! EN WAT JIJ DOET IS NIET GOED!!”
Zwarte Piet zei niets.
“NU MOET JE ECHT OPHOUDEN!!” gilde de Sint. “IK BEN BLANK, HOOR!!! LUISTER JE??”
Zwarte Piet- zei niets.
“Ik moet je slaan,” zei Sinterklaas heel zachtjes, Zwarte Piet zijn blik ontwijkend. “Je bent een hele stoute Piet, en…”
Zwarte Piet trok aan de arm, draaide Sinterklaas om en greep hem nu bij beide schouders.
“Weet je wat ik denk,” sprak hij met zijn diepe, kalme stem. Sinterklaas viel al bijna in katzwijm van die eerste klanken alleen.
Zwarte Piet pauzeerde even, en bracht een vinger omhoog om een van de tranen van Sinterklaas weg te vegen. Sinterklaas wendde koppig en in schaamte zijn gezicht af.
“Ik wil niet dat je ziet dat ik huil,” fluisterde Sinterklaas.
“Ik denk dat jij macht wil hebben,” ging Zwarte Piet kalm verder, zachtjes Sint zijn haar achter zijn oren stoppend en strelend.
“Ik denk dat jij niets liever wilt dan echte macht in je handen hebben. Ik denk dat jij daar je hele leven naar gezocht hebt. Dat is natuur. Je plaats kennen.”
Sinterklaas keek verlegen omhoog. Vragend. Verlangend.
*EEEEEEEEeeeeeeeeeehhhhWHOPpawwhhooOOMwhoomboomboomBOMP. WHOMP. BADOMP.* deed de bas.
“Oh kom er eens kijken,” begon Zwarte Piet soulvol te zingen, “Wa-aaa-aaa-AAAHT,” verassend hoog uithalend gezien de lage octaven van de eerste regel, “ik in mijn broekje vind…”
“Allemaal moois voor die goede Sint,” sopraneerde Sinterklaas. POW. It’s ON!
Ja, het is allemaal wat.
Altijd een zwaktebod, citeren om te laten zien dat je het begrepen hebt. Of omdat je ondanks je behoefte te reageren niets van jezelf kan bedenken. Maar ja, je had er dan ook de aanhalingstekens zelf al omheen gezet: “We hebben allemaal onze plaats in de natuur, Piet. En die orde is het enigste wat ervoor zorgt dat niet alles chaos wordt.” Ik denk dat dit een belangrijk argument voor van alles is.
Oh waar dat allemaal een argument voor is zal blijken!
En wat citeer ik eigenlijk? Nietzsche?
Volgens mij citeerde je Sinterklaas.