Connie Palmen en Max J. Molovich kijken allebei met een afwezig soort tevredenheid langs de camera. De ogen nog rood van de geplengde tranen. En van de paar liter rode wijn die er deze gedenkwaardige avond doorheen zijn gejaagd. Max J. Molovich knijpt z’n ogen dicht en spert ze dan wijd open. Hij schudt met zijn kop. Connie Palmen glimlacht meewarig, wat dat ook precies moge betekenen.
Connie Palmen: Prachtig fragment, Max. Weet je dat ik vroeger een pop heb gehad?
Max J. Molovich: Nee, dat wist ik niet.
Connie Palmen: Het was zo’n naakte pop met een kaal babyhoofd en blauwe ogen en dikke wimpers. Ik zei altijd dat ik ‘r stom vond. Ik mishandelde haar. Stak haar ogen uit, trok aan d’r haren, prikte met een vork in haar wangetjes en dan tekende ik er met een rode stift rode tranen op. En ik gooide heel hard met haar. Ik gooide haar altijd het hele huis door. Maar ik nam haar overal mee naartoe. En als ik alleen was dan zei ik tegen haar dat het me speet en dat ik het nooit meer zou doen. Maar ik bleef het wel doen.
Max J. Molovich: Je hield van haar, hè.
Connie Palmen: Zielsveel.
Max J. Molovich: Hoe heette ze?
Connie Palmen: Ara.
Max J. Molovich: Wil je nog wat zeggen tegen Ara?
Heel even aarzelt Connie Palmen, maar dan richt ze zich tot de camera die zich achter de welgevormde schouders van Max J. Molovich bevindt.
Connie Palmen: Lieve Ara… ik… het spijt me. Waar je ook bent, het spijt me van alles wat ik jou heb aangedaan. Ik hou van je en heb altijd van je gehouden. Ook al liet ik dat nooit merken. Ik kon het niet. Maar diep in m’n hart weet ik dat jij altijd hebt geweten hoeveel ik van je houd.
Connie Palmen slaat haar handen voor haar gezicht om haar tranen te verbergen. Ze schokschoudert. Max J. Molovich pakt de fles wijn en wil opstaan om het glas van Connie Palmen in te schenken. Maar zodra hij de veilige stabiliteit van de stoel niet meer onder zich heeft, verliest hij zijn evenwicht. Zijn lichaam helt achterover, zijn armen zwaaien naar achteren, de fles wijn vliegt door de lucht. Met beide handen probeert Max J. Molovich zich nu aan de tafel vast te klampen. Maar in plaats van dat de tafel hem behoedt voor een pijnlijke landing op de grond, neemt hij de tafel mee in zijn val, waardoor Connie Palmen bruut uit haar zelfmedelijden wordt verlost. Een mengsel van verbazing, hulpeloosheid en existentiële wanhoop is af te lezen op haar gezicht. De glazen wijn schuiven langzaam van het hellend vlak. De fles wijn vliegt buiten beeld tegen een studiolamp aan en klettert op de grond. De voeten van Max J. Molovich glijden onder zijn lichaam vandaan. De benen van Connie Palmen zweven in de lucht, als in een ruimte waarin gewichtloosheid de lakens uitdeelt. Haar stoel, waarop ze nog steeds zit, begint vervaarlijk over het dooie punt heen te kantelen. Alles gaat nu onherroepelijk zijn ondergang tegemoet, in een treiterige slow motion. Connie Palmen probeert zich vast te klampen aan het doek waarop de bekende ondergaande zon wordt geprojecteerd die rustig in een kabbelende zee verdwijnt. Het doek scheurt. Een studiolamp dondert naar beneden, vlak naast het in volkomen staat van verwarring verkerende hoofd van Max J. Molovich. Een dierlijke schreeuw ontsnapt aan het binnenste van zijn ziel. Het beeld gaat op zwart.