Die ochtend, rond een uur of elf, liep ik over de Kerkstraat van onze geliefde hoofdstad. Om precies te zijn tussen het Amstelveld en de Vijzelstraat. Vlakbij de Vijzelstraat ging tergend traag een deur van een garage open. Niet veel later stak daar de vuurrode punt van een Ferrari uit. Een gloednieuwe Ferrari. Met luid geronk kwam hij traag maar gracieus naar buiten rollen. Welk type het was, weet ik niet, ik ben er niet zo in thuis. Maar dat het een Ferrari betrof, leed geen twijfel. Achterin de garage waaruit de Ferrari kwam rollen, zag ik de imposante neus van een Range Rover.
Ik liep door, wilde de hoek om slaan, maar besloot toch even te blijven staan om te zien wie eruit zou stappen. Ik zag hoe de Ferrari, die bijna zo breed was als de straat, met enige moeite werd gefileparkeerd. Achter een glasbak en voor een andere auto. De deur ging open en uit de Ferrari stapte een jongeman (ik schat begin dertig) die mij in de verte aan onze Koninklijke familie deed denken. Een wat arrogante oogopslag, blond golvend haar, een kin van Oranje, jukbeenderen van Oranje, een rond brilletje: dit zou zomaar een buitenechtelijk broertje de Van Vollenhoventjes kunnen zijn. Hij liep terug de garage in. Ik liep door naar de Albert Heijn.
Toen ik uit de Albert Heijn kwam (ik had melk, bitter lemon en Spa Marie-Henriƫtte gekocht), liep ik weer de hoek om. Ik zag Van Vollenhoven de garagedeur sluiten en naar de Range Rover lopen die op de plek stond waar eerst de Ferrari geparkeerd was.
Razendsnel reconstrueerde ik wat er gebeurd was. Onze miljonair, de arme jongen, had eerst de Ferrari moeten parkeren. Vervolgens had hij de Range Rover naar buiten gereden. Hij had die Range Rover op de stoep geparkeerd. Daarna had hij de Ferrari weer in de garage gereden. Hij had de Range Rover op de plek gezet waar eerst de Ferrari stond. En tot slot had hij de garagedeur dicht gedaan. Op het moment dat dit net gebeurd was, kwam ik de hoek om. De jonge miljonair had er flink de pest in.
Met loeiende motor spoot de Range Rover de Kerkstraat uit.
Als je in Bos en Lommer woont ga je toch geen boodschappen doen in zo’n klein kutalbertheijntje in de Vijzelstraat?
Ik werk daar in de buurt. #tiens!
#tiens Ik koop mijn 100 watt lampen bij Aurora,en mijn Gibsons bij Dirk Witte, en mijn broodjes croquet bij de Bordelaise
Overigens, “tiens” is zooo Marten Toonder. Moet worden voortgezet, de terugkeer van het archaisch proza