Ik spreek hem aan met ‘meneer’ Kramer, want ik krijg zijn voornaam (Angel) niet uit mijn keel. Die Angel is niet een hengelonderdeel, maar wordt op zijn Engels uitgesproken, dus u begrijpt me misschien.
Meneer Kramer is de enthousiaste, ietwat roodneuzige en pafferige uitbater van Slijterij Kramer & Zn., die vroeger van zijn vader was. Meneer Kramer houdt zich ook bezig (laat ik het neutraal uitdrukken) als voorzitter, penningmeester, secretaris en (volgens mij) enig lid van de Oranjevereniging Dirkswoud met het koningshuis. Oranje is niet de meest geliefde kleur in Dirkswoud, men moet hier niks hebben van het koningshuis. Was het overal maar zo. Omgekeerd zou koningin Beatrix, gevraagd naar de landstreek waar Dirkswoud deel van uitmaakt, waarschijnlijk ‘Hmm! Gaasterland?’ antwoorden.
Hij zet elk jaar op Koninginnedag roodwitblauwe vlaggetjes en oranje vaantjes op en rond zijn slijterij, hij zet elk jaar de Oranjebittertjes klaar, maar hij is elk jaar verbaasd dat er geen vraag naar is. Toch houdt hij vol. Hij stuurt elk jaar brieven naar Huis Ten Bosch, waarin hij de majesteit schrijft dat Dirkswoud smacht naar haar bezoek, hetgeen niet waar is, maar hij schrijft het. Hij beëindigt zijn brieven zo: ‘Namens de Oranjevereniging Dirkswoud, A.A.A. Kramer (voorzitter)’. Hij weet telkens weer actuele feiten aan zijn schrijven toe te voegen. Vorig jaar schreef hij bijvoorbeeld: ‘En dan nog iets, majesteit! Ongelukken zoals te Apeldoorn zijn niet te verwachten in Dirkswoud, want wij houden daar niet van. U bent in veilige handen.’
Maar dit jaar heeft hij de majesteit links laten liggen en niet geschreven. Dat komt, hij ging eind juni naar het ziekenhuis in Alkmaar met maagklachten, en hij kreeg in het ziekenhuis een herseninfarct, zodat je, met wat herinnering aan je rekenlessen op school vroeger, zou kunnen zeggen: één en één is twee.
Meneer Bakker is verlamd aan zijn rechterzijde en met zijn spraak is ook iets mis: alle dentalen, glutturalen en labialen vermengt hij midden in zijn mond, en ze komen er als ‘zzj’ uit. Hij zit nu in Huize Vrij Uitzicht te Bergen. Daar is wel een spraaklerares, maar ‘hij doet zijn best niet’, klaagt ze. In het begin huilde hij veel, maar dat is overgegaan. Hij heeft zijn typemachine en wat papier van thuis laten halen, zodat hij toch nog wat kan converseren.
Ik was vorige week bij hem op bezoek, ik gaf hem een hand, wat een vreemd gevoel gaf (mijn rechter- in zijn linkerhand). Ik zag een vel uit zijn tikmachine steken, en hij liet me zien wat hij getikt had: ‘Mahesteit! Nu hoeft u niet meer op bezoek in Dirkswoid te komen, want ondergetekende is verslagen. Namens de Orankevereniging Dirkswoud, A.A.A. Kramer (boorzitter).’