Ooit in Parijs geweest met de auto? L’enfer… c’est les autres chauffeurs (quasi quanon francais est très chique lately op Nurks, dus ik doe gewoon mee). Ik zal nooit rijden in die stad, en als ik ooit toch gedwongen word te rijden, moet ik dat blijven doen tot de tank leeg is, want ik kan niet inparkeren. Het lijkt mij dus een fijn plan om mijn auto te verkopen.
Sinds een maand doe ik verwoede pogingen om van mijn rode 5-deurs Peugeot 206, met 63000 km op de teller, uit 2004, af te geraken. De eerste week dat ik met zo’n ‘te koop’ briefje rond rij spreekt een vriendin me aan: “Bart wil ‘m kopen voor mij. Is dat niet lief?”. “Lief? Lief? Een Fantastische blijk van liefde is het”, roep ik. Ik wrijf in mijn handjes, kat in ‘t bakkie. Bart komt de volgende dag, vindt de auto mooi en vraagt wat ik er ‘nog’ voor wil hebben. En hupsakee ik zeg het gewoon: 4.200 Euro. Bart trekt wit weg en zegt dat ie het me morgen laat weten. Huh? Kijken, kijken, niet kopen, wat is dat nou? Een paar dagen later staan de kopers van ons huis voor de deur: “Els heeft een nieuwe auto nodig. Wat moet ie kosten?” Ik zeg: 4.200 Euro… en weg zijn ze.
Ik tour nog 2 weken met de auto rond, briefje duidelijk zichtbaar, maar geen enkele interesse meer. Dus moet ik plan B uitwerken. Ik ga naar de garage waar ik ‘m ooit kocht en waar hij altijd in onderhoud was. Ik hoop op coulance, ook zonder aankoop van nieuwe auto. Vergeefs. Dezelfde man die mij 5 jaar geleden de auto verkocht voor een riant bedrag, kan nu echt niet meer bieden dan 2.500 Euro. Het scenario dat ik coute que coute wilde vermijden, doemt nu toch echt op: Marktplaats. De plek waar Henk en Ingrid het onderste uit de kan willen. Op die plek ga ik mijn auto aanprijzen. Een week voor 10 Euro.
Eerste mail in de box: “Hallo. Ik wil auto kijken en samen rijden. Afspreken bij carpoolplaats aan de A12? Ik ben verzorgde man van 45 jaar. Als u geldproblemen heeft kan ik u helpen.” Ik antwoord: “Hij is al verkocht”. Tweede mail: “Ik bied ongezien 1250 Euro voor de auto. Interesse?”. Antwoord: “Wat denkt u zelf?”. Daarna blijft de mailbox dagen leeg. Uiteindelijk volgt nog een derde mail: “Ik doe maar één bod, ik ga niet onderhandelen: ik wil er 2200 Euro voor geven als hij er echt zo goed uit ziet als je zegt”. Ik antwoord: “Ik ga ook niet onderhandelen. Goedendag.”
En zo eindigt mijn avontuur op Marktplaats en zit ik, nog slechts 2 weken voor ik vertrek, met een geweldig mooie 206 in mijn maag. Ten einde raad surf ik naar de website van de ANWB om te zien of zij nog verkooptips hebben. Ik ben zo’n ANWB lid dat eigenlijk niks met die club te maken wil hebben: stelletje conservatieve asfaltdwepers. Maar ja, de Wegenwacht hè.
De Wegenwacht… en… de Auto Verkoop Service. Say what? Ja mensen, de Auto Verkoop Service! “Omdat veel leden het lastig vinden hun auto particulier te verkopen helpt de ANWB met de Auto Verkoop Service”. Een proef! En ik mag mee doen! Ik heb net hun bod opgevraagd: ze willen mijn auto kopen voor 3.600 Euro. Ik hoef ‘m alleen maar in te leveren bij Hertz. Zonder onderhandelen, zonder proefritjes met Pieter Baan patiënten. Wat een geweldige club is dat toch, de ANWB. Altijd in voor innovatieve zaken waar leden hun voordeel mee kunnen doen. En meer asfalt is zó nodig. Zouden ze in Parijs ook eens moeten overwegen, kan ik tenminste weer auto rijden en parkeren.
Hahahaha! Super.