Nog nooit heb ik zoveel Russen bij elkaar gezien als op Rhodos. Waren er eigenlijk wel toeristen uit andere landen? Weinig. Ik zag wel eens West-Europese types door het winkelstraatje lopen, steevast voorzien van een gekleurd armbandje van een of andere All Inclusive Resort, maar dat was toch zeldzaam. Als je buiten zo’n resort komt moet je namelijk betalen voor dingen, dus de meesten blijven de hele vakantie binnen die vier muren. Behalve de Russen. De Russen komen met hun kleurige polsbandjes om, toch gewoon ’s avonds eten bij Nikos.
Nikos heeft een visrestaurant, aan wat ooit een levendige haven was. Nu dobberen er wat toeristenbootjes en is de helft van de horeca op de kade gesloten. Ik verwacht dat de rest binnen vijf jaar ook dicht zal zijn, mits de gebouwtjes niet van te voren allemaal al in zee gestort zijn, omdat de kade al jaren niet meer onderhouden wordt en stukje bij beetje afbrokkelt. Zoals alles op Rhodos.
In schril contrast met het verval op het Griekse eiland, staan de vrouwen/vriendinnen/minnaressen/hoeren van de Russische mannen die bij Nikos eten. Chef opent de ijskist en de mannen kiezen een vis. Vervolgens komen de vrouwen: stiletto hakken, superkorte stretchjurkjes, heftige make up en akelig dun. Behalve dan hun dikke gezwollen lippen en borsten. De mannen tonen de vis zo trots alsof ze ‘m zelf gevangen hebben en de vrouwen beginnen te kirren. Ja, die vrouwen kirren nog echt. Dat hoor je Nederlandse vrouwen gewoon nooit meer doen. Maar ja, onze mannen bestellen dan ook gewoon van de kaart, zonder eerst in de ijskist te duiken.
Op de laatste avond van onze vakantie schuift Nikos een stoel bij. Hij vertelt hoe zijn vader in 1952 het restaurant begon. Overdag vissen, ’s avonds koken voor veelal Italiaanse toeristen. In de jaren 80 van de vorige eeuw nam hij de zaak over. Vissen deed hij niet meer. Het restaurant draaide uitstekend op andermans vis. En niet alleen zijn zaak, overal werd geïnvesteerd. Hoe anders is het nu. De toeristenstroom uit West Europa droogt op, vertelt hij. Als ze al komen gaan ze naar de All Inclusive resorts. De Russen hebben het toeristenseizoen overgenomen.
Met een treurige blik kijken man en ik naar Nikos. Wat valt er te zeggen? Griekenland is failliet en ze zijn overgeleverd aan de Russen, die bij de lunch al om wodka vragen. Wat een tristesse. Begripvol vraag ik: “How do you feel about all these Russian tourists?” Mijn West-Europese superioriteitsgevoel wordt echter meteen afgestraft. In plaats van een klaagzang, steekt hij de loftrompet: “The Russians are gonna save the island. They spend 24/7 and the women… well… they are real women. You kow what I mean?”. En verdomd als ’t niet waar is, hij knipoogt naar mijn man. Maar Nikos is en blijft een Griek, hij kijkt me aan en zegt: “Just like Dutch women.”
De ouzo komt op tafel. We drinken op de Russen en hun vrouwen. O ja, en op de Nederlandse vrouwen natuurlijk.
Op een niet nader te noemen piepklein Frans vliegveldje hebben ze tegenwoordig wijn `a 20 000 (!) euri p/fles. Bleek voor de Russen te zijn.
Ik denk dat die wijn nu wel minder goed verkoopt dan 10 jaar geleden, maar toch. Je hebt moppen over ‘nieuwe Russen’ die bijvoorbeeld een andere nieuwe Rus voor loser uitmaken als die een das voor 500 dollar heeft gekocht, terwijl precies dezelfde das in een andere winkel voor 1000 dollar te koop is. Het zijn beslist mensen die op een paar plaatsen in de wereld de economie draaiend kunnen houden, maar het doet me altijd weer pijn als ik bedenk hoe ze waarschijnlijk aan dat geld gekomen zijn, en hoeveel andere Russen er door hun gedrag helemaal niet op vakantie kunnen.
Los van de pijn, het is wel een aardige mop.
Eens!