Kijk! Wie liep daar met vastberaden tred
In spijkerbroek en polo (legergroen)
Het was, kom, hoe heet ie nou, hè get
Die geinponem van Koefnoen
Hij doet al die stemmetjes zo goed
Henk Westbroek en Adèle Bloemendaal
Of heet ie met z’n cowboyhoed
Hij kent het hele arsenaal
Hij kauwde op de laatste hap
Van een of ander broodje
Hij deed zichzelf na, voor de grap
Ik weet het weer, Paul Grootje