Zo lang ik mij kan herinneren hebben hijskranen een magische aantrekkingskracht op me gehad. Vanwege de hoogte. Ik weet nog goed dat mijn vader me vertelde dat zo’n hijskraan werd bestuurd door iemand die daar helemaal boven in die kleine kabine zat. Ik keek toen heel goed en zag toen inderdaad dat er iemand in dat kleine hokkie zat. Ik kon me niet voorstellen dat die persoon daar ooit uit kwam. Het kon niet anders dan dat dat zijn huis was. Hij had daar waarschijnlijk een televisie en een bedlampje. Alles wat hij nodig had werd naar boven gehesen. Wat een geweldige plek om te wonen was dat! Je keek over alles uit, je was de koning van de wereld.
Later begreep ik natuurlijk dat de man die de hijskraan bestuurde elke dag naar boven en elke dag weer naar beneden klom. Als hij zijn lunch was vergeten moest hij zelfs nog een keer heen en weer. Ik kan me nog een reclamefilm herinneren waarin de moeder van de hijskraanbestuurder de lunch komt brengen. Dat was in de tijd dat ik nog een huis had. Maar zo gaat dat dus niet. Moeders komen echt niet naar boven met een lunchzakje tussen de tanden. Nee, een hijskraanbestuurder moet zijn eigen lunch meenemen of moet gewoon nog een keer heen en weer. Of moet niet lunchen, dat kan natuurlijk ook.
Gek genoeg verloor de hijskraan zijn magie niet toen ik wist dat hijskraanbestuurders niet daarboven woonden, maar gewoon in normale huizen. Op de grond. Ik heb zelf overigens nooit het bestaan van een hijskraanbestuurder geambieerd. Waarom, weet ik niet. Het leek me denk ik iets onbereikbaars. Alsof de magie het te groot had gemaakt. Zoals sommige kinderen ervan dromen astronaut worden, maar daar nooit voor zullen doorleren. Het lag te ver. Nee, ik ben economie gaan doen. En op de beurs gaan werken. Bakken met geld verdiend. Nog meer bakken met geld verloren.
Maar toen ik afgelopen vrijdag, nadat ik de hele middag voor de Albert Heijn halve liters Euroshopper had gezopen, langs de hijskraan bij Hoog Catharijne liep, kon ik de verleiding niet weerstaan en ben ik naar boven geklommen. Ik heb de tijd van m’n leven gehad.
Naast dat ik de titel al gweldig vind, een puik debuut. Ik had dat overigens met trekkers vroeger. Een Massey, Case of nog beter een dik bebande John Deere deden me rillen van plezier. Nu ik 34 ben en in het bezit van een mooi dochterproduct is die begeerigheid wat gekoesterd. Aan de overkant van waar ik woon is een dijkje. Op dat dijkje staat nu reeds een week een oude Ford 3030 ongeveer recht tegenover het raam waar ik nu uit kijk. Mijn dochter wilde er eergisteren opklimmen tijdens een hondenuitlaatsessie. “Dat is toch niet van jou!” zei ik. En beteuterd hink stap sprongde ze verder.Gisteravond laat liet ik de hond weer eens uit. Ondanks dat het donker was waande ik mij op glooiende tarwevelden terwijl ik eens lekker aan het stuur draaide. Machtig.
Hier in BelgiĆ« is’t een knelpuntberoep, geloof ik, hijskraanbestuurder. Niets voor mij, ik heb een spastische darm en hoogtevrees.
Honden uitlaten is trouwens ook niet zo mijn ding, gedicteerd worden door de stoelgang van zo’n keffer.