Ik sprak met de Dirkswoudse schrijver Arend Blauwsma (49, bekend van boeken zoals de erotische roman Het liefdesleven van Clara van der Poel, de verhalenbundel Toorts en het non-fictieboek De kracht van het CDA. Het is inderdaad jammer dat die laatste titel al bestaat, anders had ik hem gekozen als boektitel).
Hij zei me: ‘Ik stond vanochtend om half zes op, net als de vorige dagen. Niet dat ik dan morgenstondfris ben. Ik kan gewoon niet meer slapen ’s nachts, zo zit het. Dus ik ga om een uur of drie naar bed, ik lig een paar uur te woelen en ik dan sta ik maar weer op en zet ik koffie. Nu ben ik mijn hele leven al een kortslaper geweest, een uurtje of zes, daar heb ik genoeg aan. En wat doe ik dan, ’s ochtends vroeg? Dan ga ik zitten lezen in Bram Stoker’s Dracula of in Sade’s Justine of Juliette of De 120 dagen van Sodom.’
‘Dan sla je die vervelende filosofische passages zeker over, Arend?’
‘Uiteraard. Aan filosofie heeft de mens sinds de oude Grieken niets gehad.’
‘Behalve Schopenhauer dan.’
‘Dat was een goede schrijver, ja. In tegenstelling tot al die anderen. Ik heb eens met een stel filosofiestudenten gezeten, en die hadden niets te drinken, behalve een fles Hero, meen ik dat het merk was. Zo’n literfles met een Heinekendopje, zal ik maar zeggen, en daaroverheen een draaidop. Ik zeg: Hero Dubbeldop! Toen kwamen die filosofiestudenten met verklaringen van het waarom van die twee doppen op die fles.’
‘Ach gut.’
‘Maar waarom kan ik nu niet slapen. Dat komt: ik zit met een volgende roman in mijn kop. Ik wil een historische roman gaan schrijven, die speelt rond het jaar 1880, waarin ik de gebeurtenissen van Dracula ga vermengen met scènes van Sade. Ik weet nog niet hoe ik dat moet doen, en daar zit ik dus over na te denken.’
‘Er stond op een Dracula-uitgave van de Arbeiderspers eens, dat het boek menig vleugje verfijnde Victoriaanse seks bevatte.’
‘Ja, en daar wil ik dus wat meer rampetamp van maken.’
‘Nou, het lijkt me simpel: je maakt een schema, of hoe noemen ze dat, een synopsis, en je gaat aan de slag. Hoe heet het: je vult het in.’
‘Dank je wel voor je goede raad, Ben, maar zo eenvoudig is het niet. Zullen we alvast maar een glaasje nemen?’
‘Het zou wel goed zijn voor mijn slokdarm, ja.’
‘Ook wat eten erbij?’
‘Wat eenvoudig fruit, meer is niet nodig, Arend.’
Dit is een reactie.
Vooruit, nóg een.