Hoeveel bonje er kan zijn

Op 1 mei wordt elk jaar in Dirkswoud de heilige en martelaar Evermarus van Rutten herdacht. Evermarus was een Fries, die rond het jaar 700 op pelgrimstocht in de buurt van het Belgische Rutten met zeven andere pelgrims werd vermoord door de bandiet Hacco van Herstappel en zijn struikrovende trawanten. Het waren ruwe tijden, er bestond nog geen overheid met een brandweer, politie, ziekenhuizen of een leger. Als je wou moorden, dan moordde je. Je hoefde alleen maar uit te kijken dat niemand het zag.
Op 1 mei wordt in Dirkswoud die goede, oude tijd herschapen. Jan Klaver speelt de laatste jaren Evermarus en gaat gekleed in een berevel en met een tak waaraan een zak gebonden is in zijn hand langs de deuren, waar hij aanbelt en zegt: ‘Ik ben de arme Evermarus, God lone u, heppu een kleinigheid over voor deze pelgrim? Een stukje fruit is al voldoende.’ Want in die tijd speelde geld nog geen rol. Ja, voor de adel en voor het grootindustrieel kapitaal, maar die gaven nooit iets. Die pikten alleen maar.
Behalve Jan Klaver is er nog één speler, de man die Hacco van Herstappel uitbeeldt. Het is elk jaar een ander, dus Jan weet niet waar hem iets overkomt. Al weet hij natuurlijk donders goed dat hij in elkaar geslagen gaat worden op de Noordervaart. Daar gebeurt het in elk geval elk jaar, want daar staan de mensen langs de weg te kijken, en Evermarus toetakelen op een rustig plaatsje, dat zou toneeltechnisch niet passen.
Zo ook dit jaar. Jan slaat de Noordervaart in en belt aan bij nummer 2. Er gebeurt niets, hij krijgt een aardbei. Hij belt aan op nummer 4 en er gebeurt helemaal niets, want er is niemand die open doet. Hij belt aan op nummer 6, aangemoedigd door enige honderden Dirkswoudenaren, en wie doet daar open? Kees Vink, en Kees zegt: ‘Zo. Hufter van Rutten? Knal! Jij komt de boel hier belazeren? Boink! Haha!’
Jan ligt nu op de grond voor Kees’ deur, onder het welgemeende applaus van het publiek, te krimpen van de pijn, en hij krijgt nog een schop van Kees toe in zijn lendenen. Kees pakt Jans zak en gooit die in de lucht. Daarmee is het spel afgelopen en men gaat naar de kroeg of men gaat verder met waar men mee bezig was. Dit was Andere tijden, over naar de onze.

1 reactie

  1. Over bonje gesproken: In vroegere tijden bleek dat zelfs in landen waar men een goed leger had, zoals in Pruisen, er soms ook verkeerd werd geïnvesteerd in allerlei foute oorlogsdoeleinden of zelfs in soldaten.
    Zo was de Pruisische koning Frederik Willem I (1688-1740) een echte soldatenkoning en ook erg gierig maar hij wilde perse een keurkorps hebben van mannen boven de twee meter! Dit deed hij voornamelijk meer omdat Frederik Willem zelf nogal klein was en hierdoor zo zijn minderwaardigheidscomplex kon verbergen. Alleen kon hij de Potsdammer Reuzen, zoals hij zijn reuzensoldaten noemde en grotendeels in Europa onder dwang had geronseld, NOOIT inzetten op het slagveld daar ze door hun enorme lengte en traagheid gemakkelijk konden worden gedood!
    Zijn zoon Frederik II, oftewel Frederik de Grote (1712-1786), daarentegen was als verlicht despoot helemaal niet zuinig op zijn manschappen en joeg er tienduizenden de dood in met zijn oorlogen tegen Rusland en Oostenrijk-Hongarije. Zijn belangrijkste opponenten waren n.b. vrouwen zoals Catharina de Grote (1729-1796) en Maria Theresia (1717-1780) van Oostenrijk!
    En hij bofte later nog dat de laatstgenoemde keizerin snel overleed en de eerste keizerin hierna eveneens. Frederik II beweerde zelfs nog dat hij zoveel respect voor Maria Theresia (een bloedmooie vrouw overigens en de moeder van koningin Marie Antoinette) had dat hij bij haar overlijden (hij sprak liever Frans dan Duits) zei: “Ik heb Maria Theresia bevochten maar haar nooit gehaat!”
    En als ze persoonlijk oorlog met elkaar hadden gevoerd dan zou Frederik II misschien wel Maria Theresia op dezelfde manier hebben aangepakt zoals zijn strenge vader dat vaak in zijn jeugd met hem deed. Hij had haar vast als een stoute jongedame over de knie genomen en Maria Theresia zeker een flink pak voor haar broek gegeven want zij hield blijkbaar ook niet van oorlog.
    Ik wens niettemin dat die linkse anti-militairisten van de PVDA zelf eens een keertje door vreselijke moslimextremisten worden belaagd en dan wil ik daarna meemaken of zij nog een verouderde tank tegen hen inzetten. Ze waren tenslotte toch zo sterk voor een Verenigd Europa dat feitelijk gewoon niets anders dan een tandeloze leeuw is geworden door de gestage afbraak van de defensie!
    En de overige Europese landen halen voor ons echt niet meer de kastanjes uit het vuur zolang we ons vreselijke softe systeem behouden. Evermarus van Rutten had anders met zijn trawanten ook in 700 een leger hebben kunnen oprichten om allerlei geboefte op een gepaste afstand te houden daar in het noorden!

Laat een antwoord achter aan Jules Vismale Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *