Dit vreemde bericht stond in de Wieringer Post van afgelopen maandag: ‘In de nacht van zaterdag op zondag reed een witte auto, vermoedelijk een oude Citroën, met een snelheid van ongeveer 150 km/uur over de Dijk van Wieringen. Verschillende bewoners belden de politie, die onmiddellijk een achtervolging inzette. Helaas heeft deze achtervolging geen resultaat gehad: de Citroën ontsnapte. De politie wijst er op dat zulke snelheden onverantwoordelijk hoog zijn, en geen navolging behoeven.’
Ik, de voorzichtigste bestuurder van een comfortabele, witte Citroën Berline, kan het daar alleen maar mee eens zijn. Als ik door de Noordhollandse dreven rijd – zo ver noordelijk als de Wieringer Dijk ben ik nog nooit geweest – matig ik mijn snelheid tot een maximum van 60 km/uur. Ik groet de mensen onderweg, ik wuif en ik druk het gaspedaal niet in. Nooit.
Trouwens, ik was de afgelopen zaterdagnacht helemaal niet in de buurt van Wieringen! Ik was in Dirkswoud, bij de vroeg weduwe geworden mevrouw Alie Kuiper (geboren Ter Aar). Zij kan dit bevestigen. Haar man Henk, die werkzaam was als hulp bij Drogisterij Dirxwoudia, was afgelopen winter overleden aan longembolie en nog wat infecties. Een ontzettende verschrikking waar je niet eentweedrie aan denkt als automobilist, maar die een mens toch kan treffen. ‘Het noodlot,’ zei ik tegen Alie. ‘Zo is dat,’ zei Alie. We hebben nog enige uren geprobeerd elkaar warmte te verschaffen, voordat ik wegging.
Dus ik was het niet, daar in Wieringen! Mijn auto kan natuurlijk wel 150 km/uur halen, volgens de kilometerteller tenminste, maar zo hard rijd ik nooit. Echt nooit. Ik ben van Alie gewoon naar huis gereden en heb geen enkele verkeersovertreding begaan. Zeker niet die zaterdagnacht! Want ik ben ook nog eens nachtblind. Als ik een weg of een dijk oprijd, waar geen lichten zijn, dan word ik al zenuwachtig en ga ik héél langzaam rijden, 30 km/uur of zo. Harder rijden is onmogelijk voor mij.
Dus. En mijn buren kunnen ook bevestigen dat ik ’s nachts om ongeveer half drie thuis ben gekomen. Jazeker! Zondagochtend, half drie was ik weer thuis. Want ze hoorden mijn garagedeur opengaan, ze hoorden mijn auto naar binnen rijden, en ze hoorden die garagedeur ook weer dichtgaan. Haha, want daarover heb ik ze op de zondagochtend meteen geïnformeerd! Want een mens moet de vuile berichten vóór zijn, altijd.
longembolie en nog wat infecties. Een ontzettende verschrikking waar je niet eentweedrie aan denkt als automobilist, en ik schoot in de lach. Is het trouwens echt heerlijk verend deinen in zo’n Citroen bij 150 km?
Met die toevoeging als automobilist begon eigenlijk het stukje, dat een feest om te schrijven was. Ik schoot zelf ook in de lach.
Of het zo heerlijk verend is in zo’n Citroën Berline bij 150 km/uur weet ik niet. Ik heb eens, op zeer jonge leeftijd, op de achterbank gezeten bij dokter Bremmers. Die had zo’n auto. Het veerde zeer aangenaam, moet ik zeggen. Dat is ook de reden waarom ik de Citroën Berline heb gekozen.