Dag Spencer,
Daar had ik geen idee van, jongen (‘kerel’, moet ik waarschijnlijk schrijven). Ik zal je vertellen dat ik vanaf mijn 17e jaar in de dertig jaar daarna 18 zelfmoordpogingen heb ondernomen. Daarvan waren er twee serieus: de tweede (met allerlei pillen, waarvan ik er niet genoeg innam, want toen wist ik er nog niet genoeg van, en werd ik er alleen maar een half jaar ziek van), en later met insnijdingen met een mes, van welke methode ik je ook geen goede afloop kan melden: je verliest een hoop bloed en een buurvrouw vindt je vervolgens.
De andere zelfmoordpogingen – waardoor ik wel een goed beeld heb gekregen van het spoor Alkmaar-Castricum en vice versa, en ook van de hoogte van verschillende flatgebouwen te Alkmaar – waren halfzachte ‘gebaren’. Je begrijpt wel wat ik bedoel.
Het laatste ‘gebaar’ vond plaats ongeveer 11 jaar geleden. Ik heb toen tegen mezelf gezegd: nooit meer, dit gelul! En het heeft zich ook nooit meer voorgedaan. Godzijdank.
Want het lijkt soms sterker dan je zelf wilt dat het zou zijn.
Ik begeef me sindsdien in kringen – ik begeef me natuurlijk in geen enkele kring, maar je begrijpt me wel – van mede-getourmenteerden, en die vertel ik: het kan wel erg zijn, maar er komt een eind aan. Je bent depressief, maar er komt weer een betere tijd. Kijk maar naar mij, bijna 60 geworden, en toch nog niet dood. Die depressies, zeg ik ze, dat is allemaal voorbijgaand kwaad. Het levert ze misschien wat bemoediging op.
Hoe zou je zo’n depressie omschrijven? Ik zou het niet weten: grauwe eenzaamheid, lijkt me wel adequaat. Zulk soort eenzaamheid heb ik niet meer ervaren sinds ik een computer heb. Ik zit niet meer op Twitter of op Facebook, want je kunt het ook overdrijven en zeggen: ik ben zo (on)gelukkig!, maar af en toe vertel ik iets. Bijvoorbeeld met mijn Dirkswoudjes, die vroeger hier verschenen. Voorstudies, zullen we ze maar noemen.
Eenzelfde soort kracht wenst je
je Ben.
P.S. Dank voor je tip voor de non-design elektrische verwarming! Hoe heet de fabriek waar men zulk moois maakt? Want daarvoor mag men wel reclame maken!
Tjonge, wat een ellende toch allemaal.
Zeer opbeurend hoor. Geeft de burger moed.
Dank je, Max. Wat ik probeer duidelijk te maken is dat die nare hersenziekte, waarmee 100.000 of 200.000 Nederlanders rondlopen, niet per se dodelijk hoeft te zijn. En dat het ook mogelijk is, soms, om nog plezier in het leven te hebben: dat is het opbeurende.