Correspondentie (4)


Dag Ben,

Na een periode waarin de confrontatie met de eigen sterfelijkheid wat ál te nadrukkelijk de gemoedstoestand beïnvloedde, lijk ik nu in iets rustiger vaarwater te zijn beland. Hoewel we natuurlijk alert moeten blijven en er niet te  vroeg gejuicht mag worden, want per slot van rekening hijgt de dood natuurlijk iederéén in de nek, altijd. [Ja, ook jullie, van gezondheid blakende en gillende kindertjes in de zandbak van de speeltuin. Nú hebben jullie het nog naar de zin, maar één keer niet goed uitkijken bij het oversteken, één graat van de toch zo van heilzame omega 3 vetzuren bolstaande makreel dwars in het strotje, en het is bekeken en dan worden jullie zonder pardon tussen zes plankjes de oven ingeschoven. Het is maar dat jullie het weten. {Eens in een verslag van een open dag van een crematorium gelezen: een man die zich verontwaardigd afvroeg: ‘Maar waarom gebeurt er eigenlijk niets met de rook? Ik vind dat ze die moeten opvangen want die hoort er tenslotte óók bij! ’}]

Hoe dan ook, ik wil mezelf niet meer voortdurend van het dak storten of voor aanstormende treinen werpen, en dat mogen we toch een positieve ontwikkeling noemen. En op de buikecho was niets onrustbarends te zien. Genoeg ellende nu en terwille van het evenwicht verder met wat vrolijker zaken. Zo is mijn kluizenaarsflatje gisteren van nieuwe vloerbedekking voorzien. Een makkelijk te reinigen kunststof zeil [novilon?] waarvan de tint moeilijk te omschrijven is: een soort wolkerig beige waar volgens m’n vriendin een ‘rossige gloed’ overheen ligt. [Vriend Ane kwam behulpzaam aanzetten met de typering ‘babykamertjeskleur’. Daar zat wat in en gelukkig maar, want eigenlijk wil ik terug naar de baarmoeder. Niet geboren worden was natuurlijk nog beter geweest, maar vreemd genoeg wordt geen enkele ongeborene daarover ooit geraadpleegd. Terwijl het toch best een ingrijpende beslissing is.] Een lichte, warme uitstraling dus, die een gunstige uitwerking heeft op m’n humeur.

Verder werd ik vrolijk van het feit dat ik een elektrisch kacheltje heb gevonden – om ’s avonds wat langer op het balkon te kunnen vertoeven –waarvan het uiterlijk me niet tegenstaat. Want zoals je vermoedelijk wel weet zijn alle voorwerpen tegenwoordig onderhevig aan ‘design’, wat betekent dat geen enkel gebruiksvoorwerp er nog ‘gewoon’ functioneel uit mag zien. Nee, alles moet voorzien worden van welvingen, versieringen en overbodige toeters en bellen, wat geen bezwaar zou zijn als de zaak daardoor mooier zou worden, maar helaas is dat 9 van de 10 keer niet het geval. Gelukkig bleek de firma Eurom model EK 2001 te vervaardigen: een doodgewone rechthoekige doos met 2 knoppen en een handvat aan de bovenkant en verder geen flauwekul. In deze overgestileerde tijd bijna een designstatement. Tot zover voor vandaag, want m’n ‘baarmoeder’ is nog lang niet af…

Groet,

Spencer.

5 Reacties

  1. Ik dacht: een versterkertje? Hifi-versterkers zien er toch niet zo uit? Maar u bedoelt waarschijnlijk een gitaarversterker..

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *