Oost of West, het blijven negers

Ik heb gisteren pas voor het eerst de klassieker The Matrix bekeken. Maar als je er iets over te zeggen hebt, waarom dan niet tien jaar na verschijnen? Vooruit maar.

Ten eerste. Kenners zeggen dat The Matrix, die als ik het me goed herinner niet zulke bijzondere recensies kreeg, ‘iconisch’ is. Ik had juist het idee dat alle science-fiction ging over mensen in slavernij van machines, en dat ze werden zoetgehouden met virtuele werkelijkheden etc. Maar mijn hele science-fiction-ervaring bestaat dan ook uit Brave New World, een roman van Felix Thijssen waarvan ik de titel vergeten ben, en een televisiefilm waarvan ik de titel vergeten ben, allemaal geconsumeerd toen ik een jaar of zestien was. Het kan zijn dat ik de nuances van het genre niet onderscheid, zoals de gemiddelde discobezoeker geen verschil hoort tussen Händel en Ravel.

Ten tweede. Films hebben grappige momenten nodig, ‘comic relief’. Ik telde er slechts twee: (1) “He’s bugged!” – een woordspeling die stevig is voorbereid. Ik moest denken aan Seth Gaaikema, die ooit vertelde dat hij met zijn eerste optredens zo veel attributen nodig had: een lamp, een pet en een kan, om op zeker moment een lampetkan! ter sprake te kunnen brengen. In The Matrix was de arme Neo via zijn navel gepenetreerd door een garnaalachtig monstertje (bug!) dat zijn whereabouts en misschien nog wel meer doorseinde (ook een bug!). (2) Neo die een virtuele jongedame aangeboden krijgt. Ik kan de scène niet precies citeren, omdat hij de citatenlijstjes niet haalt. Ten onrechte, want voor de serieuze kijkers was er een levenswijsheid uit te halen. Jammer, vergeten.

Ten derde. Aan de andere levenswijsheden (red pill, blue pill) had ik geen boodschap. Ik zag meer de logische en fysische onwaarschijnlijkheden, die overigens een fijn uitgangspunt waren voor nader onderzoek, van het een komt het ander, het stuk over kunstmatige intelligentie op de Engelse Wikipedia blijkt zeer leerzaam, echte aanrader en als ooit onder druk van de opkomende wereldmachten de stekker uit het Internet moet, laat dan Wikipedia bestaan.

Maar ten vierde, en hier hoop ik mijn bijdrage aan de Matrix- en tevens de Pulp Fictionkunde te kunnen leveren. Morpheus en Marcellus Wallace. Twee uiterst coole, wijze, autoriteit uitstralende negers, die terecht door het glazen plafond zijn gebroken en waar blanken tegen opkijken. Maar wat blijkt: op beslissende momenten schieten ze sociaal-emotioneel tekort. Laat hun beoordelingsvermogen hen in de steek. Ondernemen ze een ondoordachte actie, en moeten ze door een blanke gered worden – “I’m pretty f—in’ far from OK”. Ik vraag me af of deze racistische boodschap eerder is opgemerkt, en of Morpheus of Marcellus bijvoorbeeld ooit met Othello is vergeleken. Ik heb er niets over gevonden.

(Zo goed is Internet trouwens ook weer niet: de Othello-uitvoering van de One Minute Shakespeare Company, een fijne rap waarvan me de regels Well Othello had a girl / Her name was DES-DE-MONA zijn bijgebleven, is nergens te vinden. Jaren ’80, hè, die doen niet mee.)

18 Reacties

  1. Toen Pulp Fiction verscheen had je behoorlijk wat artikelen over van alles en nog wat. De mooiste die ik mij kan herinneren was een psycho-analytisch stuk van een vrouw die meende dat Pulp Fiction duidelijk maakte dat Quentin Tarantino, en laat ik hier meteen maar even heel erg duidelijk zeggen, in zijn reet geneukt wilde worden door een neger. Caught with your pants down, scheen een essentiële zin te zijn.

    Een ander interessant punt dat ik me ook nog kan herinneren was het gebruik van muziek. Dat was of stijlvolle soul (van de negers) of rammelende honky-tonkmuziek (van de trashy blanken). Daarmee zou Tarantino dan weer eigenlijk gezegd hebben dat hij graag een neger zou zijn geweest. Nu willen we dat natuurlijk allemaal wel eens.

  2. Ik herinner me iets soortgelijks van een discussieforum op de IMDB (die ik al een tijdje niet meer bezocht heb, ik wil dit best nazoeken, maar dan wil ik van jou, Max, een link naar het stuk van die psycho-analytica). Daarin werd het allang als feit beschouwd dat Tarantino eigenlijk een neger wilde zijn. Iemand die op dat forum vroeg of Tarantino misschien ooit gezégd had, of op enige andere directe wijze had laten weten, dat hij een neger had willen zijn, werd genegeerd. ‘Rare snijboon,’ zag je ze denken.

  3. Hm. Dat was ergens in 1997 of zo, dat ik dat las. Toen bestond heel dat internet nog niet volgens mij. Misschien heb ik het thuis nog ergens liggen, maar het lijkt me sterk.

  4. Ik heb de Matrix toevallig twee weken geleden voor de derde en de vierde keer bekeken. Morpheus maakt geen verkeerde beslissing. Hij wilde zijn leven offeren voor Neo, omdat die de uitverkorene is. Neo, die dat zelf nog niet gelooft, keert op zijn beurt terug in de Matrix om Morpheus te redden. Hij denkt dat hij daarbij zelf zal sterven. Echter, de reddingsactie lukt zo goed, dat Neo nu wel gelooft dat hij de uitverkorene is. Alles loopt precies zoals het Orakel had voorzien en alles loopt goed af (op een paar slachtoffers na).

    Als Morpheus zich zelf niet had opgeofferd, dan had Neo nooit in zijn bestemming geloofd.

    It is not the spoon that bends, it is only yourself.

  5. De beste reden, Bob, voor mijn filmonkunde. Het Orakel! Neo, die het toch goed gezien had! Morpheus die zijn leven wil offeren voor Neo!
    Het komt op mij steeds over als kleine jongensgedoe, het filmbedrijf. Lees eens een boek, zou ik iedereen willen aanbevelen. Vergooi je tijd niet in de bioscoop.

  6. Wat moet je dan beter doen met je tijd dan die te vergooien? Als dat maar op een prettige manier gaat. Lijkt me een uitstekende levensinvulling. De enige juiste als ik er goed over nadenk.

  7. Ja, vind ik ook. Leve het vergooien van het leven. Er is bovendien weinig wat ik lekkerder vind dan op een druilerige zondagmiddag in m’n eentje, het liefst in een vrijwel lege bioscoopzaal, naar een goede film te kijken.

    En een goede film is een film die je meeneemt naar een andere wereld, op wat voor manier dan ook. The Matrix deed dat. (De vervolgen deden dat niet, die waren topzwaar en vielen van hun sokkel.) Ik zag ‘m in een vrij volle bioscoopzaal, in de week dat ie uitkwam. Toen Neo en de zijnen de lobby binnenkwamen om op muziek van de Propellorheads de marmeren pilaren aan gort te schieten, barstte er een gejuich los in de zaal. Men wist, wij zijn hier getuige van iets historisch.

    Wij voelden ons een beetje zoals de Egyptenaren toen Mubarak was opgestapt. Of vind je soms dat die Egyptenaren ook hun tijd vergooiden, Ben?

  8. Marmeren pilaren die kapotgeschoten worden… Als je zoiets vergelijkt met het afzetten van Mubarak, dan heb je niet goed gekeken.
    Wat bij mij ontbreekt, is die wens om ‘meegenomen te worden naar een andere wereld’. Dat wil zeggen, daar hoef ik geen plaatjes van te zien, van die andere wereld.
    Ik bedenk die andere wereld zelf wel. Zo houd ik zeer van het boek Lolita van Nabokov. De film heb ik nooit gezien en zal ik ook nooit zien. Die film kreeg goede recensies, het script was geschreven door dezelfde Nabokov, de film was van Stanley Kubrick. Maar ik geloof in mijn hart dat iedere Lolita-lezer de film verafschuwt.

  9. Maar je moet een film ook echt nooit vergelijken met een boek. Dat zijn 2 compleet verschillende entiteiten. Zelf hou ik ook (mateloos) van films. Als je zou zeggen: vanaf heden mag je geen films meer kijken zou ik me ter plekke verhangen durf ik te stellen. En ja, vaak gaat het om verhalen die eens verboekt zijn geweest. Neem nou Jane Eyre, of Wuthering Heights: prachtige romans, prachtige verhalen waarvan weer talloze, prachtige films worden gemaakt, steeds opnieuw! Als een verhaal goed is dan kun je, ja moet je, er van alles mee doen. Dat verhaal in een potje stoppen, eeuwig bevangen in een fossiel van een tekst, dat zou pas zonde zijn.

  10. Ik heb net een megareactie geschreven (15 regels minstens!) op mijn linux gedeelte, maar die is wederom opgeslokt. Nurks houdt niet van Linux.
    Argh.

  11. Hij zat in de spam. Weet niet waarom.

    Maar het is waar. Een boekverfilming is een film, geen boek. Het boek moet je op z’n merites beoordelen en de film moet je op z’n merites beoordelen, je moet de film niet op de merites van het boek beoordelen. Bij een goede boekverfilming heb je niet door dat de film gemaakt is naar een boek (neem bijvoorbeeld Strangers on a train van Hitchcock), bij een slechte boekverfilming heb je dat wel (neem The Discovery of Heaven van Jeroen Krabbé, hebben ze een boek van een kleine duizend pagina’s in krab twee uur gepropt.)

  12. OZ, uiteraard mag je, mag iedereen zoveel naar de film gaan als gewenst wordt. Of naar een toneelvoorstelling, of naar het ballet gaan. Dat zijn ook dingen die ik niet doe. Zonde van mijn tijd, denk ik dan.
    Ik lees het script of scenario wel, als dat er is. Dat van Edward Albee’s Who’s afraid of Virginia Woolf bijvoorbeeld heb ik met veel plezier gelezen. Daarna heb ik, op het internet, meen ik, het toneelstuk teruggevonden (met Richard Burton en Liz Taylor) en toen heb ik dat ook gekeken. Het viel me niet mee, moet ik zeggen.
    Het verschil met veel andere mensen: ik kan maar niet geloven dat ze dat soort zinnen (en er zitten heel wat mooie zinnen tussen) uitspreken.
    Documentaire films (waar vaak enorm slechte zinnen in zitten) kan ik weer wél zien. Je zou dit geheel kunnen zien als de Ziekte van Hoogeboom.

  13. Je moet er ook in willen geloven, anders werkt het niet. Suspension of disbelief heet het in cinejargon.
    Wat betreft het acteren, ik weet nog heel goed dat ik acteurs stom vond omdat “je zag dat ze acteerden”, tot reality-TV zijn intrede deed. Echte mensen. Een drama. Was toen vreselijk opgelucht dat er nog acteurs bestonden.

  14. Over dat er in willen geloven: dat doe ik nu eenmaal niet, dan kan ik niet zomaar. Als de mensen om mij heen iets vertellen, geloof ik ze meteen. Intimi zeggen wel eens dat ik te goedgelovig ben. Maar in een film of toneelstuk: nee. Dat geloof ik gewoon niet.
    Maar als ik hun woorden neergeschreven zie in een script of scenario, dan geloof ik ze wel. Als het een goede tekst is, want dat komt niet zo vaak voor.
    Maar daar zit het dus in: dat niet kunnen geloven van de acteurs. En daar dus uit concluderen dat de hele actie van een film ongeloofwaardig is. Ik heb in de jaren ‘70 eens een actiefilm gezien (ik ben de titel van de film kwijt). Daar zat een achtervolgingsscène in. De mensen die met mij mee waren naar de bioscoop, zeiden: spannend, hè? Ik vond het helemaal niet spannend. Zo’n achtervolging kon niet bestaan. (Het was een Amerikaanse film die speelde in een Zuidfranse stad, meer weet ik me er niet van te herinneren.)

  15. Wie kent trouwens dit Amerikaanse lied over negers nog uit zijn/haar jeugd? zing het anders maar eens op:

    TIEN KLEINE NEGERTJES

    Die dansten in de regen
    Eentje viel er in een plas
    Toen waren het er nog maar negen.

    Negen kleine negertjes
    Die gingen saam op jacht
    Eentje trapte op een leeuw
    Toen waren het er nog maar acht.

    Acht kleine negertjes
    Die stonden toen te beven
    Eentje ging van ‘t beven dood
    Toen waren het er nog maar zeven.

    Zeven kleine negertjes
    Die dronken uit een fles
    Eentje kroop toen door de hals
    Toen waren het er nog maar zes.

    Zes kleine negertjes
    Die vochten met een wijf
    Het wijf dat sloeg er eentje dood
    Toen waren het er nog maar vijf

    Vijf kleine negertjes
    Die dronken een glaasje bier
    Eentje stikte in het schuim
    Toen waren het er nog maar vier.

    Vier kleine negertjes
    Die gingen naar Overschie
    Eentje verdronk er in de Schie
    Toen waren her er nog maar drie.

    Drie kleine negertjes
    Die gingen naar de plee
    Eentje zakte er doorheen
    Toen waren het er nog maar twee.

    Twee kleine negertjes
    Die waren zo alleen
    Eentje ging van heimwee dood
    Toen was het er nog maar één.

    Dat ene kleine negertje
    Dat had je moeten zien
    Dat trouwde met een negerin
    Toen waren er zo weer tien.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *