Mieren deel II: Ant City

Terugspoelen naar het begin. Een paar weken geleden, toen ik evenzoveel mieren in mijn huis had ontdekt. Die insecten zijn lang geleden een passie van mij geweest. Fascinerende beestjes! Hun organisatie, hun bedrijvigheid, de mysterieuze tunnelconstructies waarin zij woonden… Ik heb mezelf menig uur vermaakt door een blokje suiker bij een ingang neer te leggen en maar toe te kijken.

Ook genieten ze het voorrecht dat ze samen met het lieveheersbeestje de enige insecten zijn die ik niet ranzig vind aan te raken. Van mij mocht de hele wereld mier zijn.

Initieel minder te spreken was ik over hun aankomst in mijn huis. Waarom blijven ze niet lekker in de tuin! Ik laat ze daar toch ook met rust? Verleen die gunst terug aan mij.
‘Wat valt hier nou te halen?’ vroeg ik op m’n knieën tegen die wild kruipende beestjes. In mijn huis lag alleen maar troep en afval! De beestjes antwoordden door druk om mijn voeten heen te lopen.
Gheh. Oh well.

Het werden er meer en meer. Toen ik het eens met mijn lieftallige zusje John’s Broertje erover had zei ze: ‘Oh, dan moet je kokend water op het nest gooien. Paar liters. Zo weg.’
‘Wat??’ riep ik toch een iets verbijsterd over mijn hoogblonde, hoogzwangere zusje met de superschattige uitstraling. Misschien had ik het niet goed verstaan. Misschien zei ze dat ik kokend water over thee moest gooien, paar liters, lekker bakkie onder de veranda, zo weg. Of iets met teddyberen of puppies, hel WAT dan ook, als het maar niet iets met dieren doodkoken te maken had. Het moest VAST iets met puppies aaien geweest zijn.
‘Ook leuk om ze gist te voeren,’ zei ze met sjeu continuerend, ‘Dan ontploffen ze in hun nest. Je kan het bijna horen kraken.

‘Wat de fak!! En dan noemen ze mij de sicko van de familie! Serieus!!’ riep ik.

Neen, boven- en onderwerpgetekende van dit verhaal besloot maar te hopen op de redelijkheid van die beestjes. Eerlijkheidsbeseffendhalve moet ik toegeven dat ik zoiets eerder tot falens toe had geprobeerd, met fruitvliegjes. Ik vond er een paar in de wasbak van m’n eerste huis.
‘Oh grappig,’ dacht ik. Die had ik nou nooit bij me ouders thuis gevonden. Ook vreemd.
‘Dat krijg je nou ervan als je elke dag je huis rigoreus schoonmaakt in plaats van nooit,’ sprak ik wijs, ‘Dan wordt je nooit verrast door de wonderen der natuur.’

Goed, die liet ik dus leven, en het gevolg was een fucking grote verassing van de wonderen der natuur: een complete plaag van die kankerbeesten. M’n hele wasbak zag zwart van die ellendelingen! Ik was godverdomme een dag kwijt om die grafbeesten uit te roeien en… Hegh. Het is godverdomme ook altijd hetzelfde met al die fucking natuur.

Fig 1: Goddamnit natuur, heb ik hierom gevraagd? DENK JE DAT ECHT?


Je laat een stuk onkruid in je tuin staan omdat het eigenlijk best een mooi grappig plantje is en ‘Mij staat het niet in de weg’ en ‘Oh, er schuilen allemaal beestjes onder tegen de zon’ en GODVERDOMME. Twee weken later ligt je hele tuin vol met die KANKERZOOI. Van die fijne tyfusplanten die afbreken bij de wortel zodat je je hele tegels eruit zou moeten wrikken om het definitief uit te roeien maar geen zorgen, je tegels eruitwrikken doet die kankernatuur zelf wel voor je door alles kapot te groeien en …. HAAARGRGHH!!! DIE CUNTCOCKING KUTNATUUR ONTWRIKT JE HELE FUCKING TERINGTUIN!!

Maar dat waren geen mieren. Mieren zijn anders. Mieren zijn awesome. Ze hebben een kleine beschaving en ze zijn niet goor, net als lieveheersbeestjes, en daar heb ik toch nooit een plaag van meegemaakt, of wel?
Nou ja eentje op me werk, maar daar zat ik niet echt mee. Die zaten toch alleen maar op het raam, zo van ‘Hee joh! Hallo! Doe eens open, dat raam! Ik zou graag eens terug naar buiten willen! Hallo!’
Hahahaha ja dat willen we allemaal wel!! Anyhoo, nadat die allemaal uitgehongerd dood neervielen kon ik ze leuk in mijn lieveheersbeestjesmuseum doen. Het kleinste museum ter wereld! Officieel is het kleinste museum iets van een paar meter ofzo, en deze hier… Nou ja check het zelf.


Fig 2: Natuurkundig Historisch museum, met heden drie lieveheerstbeestjes, een appelpit en een beest.


Fig 3: Oh ja, en drie schilderijen van vijf bij zeven pixels. Die meest rechtse is moeilijk te zien maar is een tank! GAAF!! TANKS!!!


Fig 4: Zelfs met een uitbreiding nog altijd het kleinste museum ter wereld.

Hier is een flashfilmpje wat ik gemaakt had uit te drukken hoe blij ik was dat de lieveheersbeestjes in mijn kantoorleven kwamen!! Bedankt lieveheersbeestjes!!! Als ik wat voor jullie kan doen nou!!!!

In hoe dan elk geval ook, redelijkheid. Die mieren wilden iets van binnen hebben wat ze buiten niet konden vinden. Buiten hadden ze gesmolten slakken, binnen was stroop en suiker! Nou, dan zou ik het ook wel weten! Niets raars aan!
Mijn taak, als weldenkend beschaafd mens, is de missie van elk weldenkend beschaafd mens: namelijk beschaving en welvaart en stroop verspreiden. Het is welbekend dat hoe welvarender een volk is, hoe minder lastig het is. Tot ze zo welvarend zijn dat ze andere volken kunnen onderdrukken… Maar hee! Het zijn mieren! Ik was niet van plan ze nukes te geven ofzo. Je moet ze natuurlijk nooit zo welvarend maken als jezelf.

Goed, dus, sluitend en doorgaand, welvaart. Ik heb een hele zak liggen vol met speeltjes uit Kinderüberrasschungeneiern, en uit die verzameling kon ik een heel dorp van huisjes bij elkaar grabbelen. Doe daar een plasje siroop bij en aanschouw: ANT CITY.

Fig 5: ANT CITY

Nou ben ik een bescheiden mens maar toch ook niet vreemd van onderkennen dat ik een briljante oplossing had gecreëerd. Dit idee was fantastisch! De mieren laafden zich massaal aan mijn bron van siroop! Nu was het wachten alleen nog op hun intrek in de huisjes zodat ze mijn huis voorgoed met rust konden laten. In mijn huis zat de zoetigheid achter pot en grendel, mieren- hier in de tuin is het leven goed.


Fig 6: Het leven is goed.

Tenminste, dat vond ik. De mieren vonden het goede leven mij iets te frivool. Ik bleef ze vinden in mijn huis, of zwermend door de godganse tuin. Ik begon het toch tijd te vinden om de mieren te laten beseffen dat het paradijs niet zonder kosten is. Voor wat hoort wat jongens – ik geef jullie ANT CITY, jullie blijven daar. Ok?

Fig 7: Tijd om de pret iets minder vrijblijvend te maken.

Dus bouwde ik een muur om ANT CITY. Op het eerste gezicht werkte dit prima: steeds meer mieren hadden pret om de siroopplas.

Fig 8: Het leven is beter.

‘Nu kunnen jullie lekker genieten van beschaving en ik… WAT DE FAK?’


Fig 9: Wat de fak?

Wat de fak?? Een mier!! Buiten de toegestane zone!! Godverdomme en iets verder kijkend zag ik:

Fig 10: WAT DE FAK?? EEN TUNNEL?? Dudes dat is niet cool.

Wel godverdomme. Ze hadden zich gewoon eruit getunneld. En niet alleen daar. OVERAL. Me hele tuin werd ondergraven als door de fucking vietcong.
‘Nou nou,’ trachtte ik mijn verontwaardigde zelf te bedaren, ‘Het zijn gewoon meer mieren dan je dacht. Die kan je niet allemaal in één stadje proppen.’
Godverdomme nee dat bleek. Maar mijn kinderrübberrasscchhunnggseiernhuisjes waren op!
‘Nou dan maak je er toch wat?’ vroeg ik mezelf als een klasse A schizofreen, ‘Je vind het toch leuk dingen te knutselen? Knutsel je wat leuke huisjes, wat muren en hoppa! Een hele reeks van ANT CITIES.’

Hmmm… Niet slecht. Dat moest ik dan ook wel weer toegeven. Het zou er niet zo gezellig uitzien als ANT CITY deel één (mijn knutselkunsten voor industriële massaproductie neigen toch meer naar simpel en efficiënt) maar fuck it. Het is GRATIS, mieren, je doet het er maar mee en je bent bovendien toch blind achterlijk k…
Hraah. Brbrbrbr. Even uitschudden, sorry. Het is dat warme weer, word ik een beetje chagrijnig van. Sorry. Goed! Tijd voor de feestelijke opening van ANT CITY II!!
Om het te vieren had ik een trein verbinding aangelegd, voor eventuele verhuizingen van ANT CITY I naar II.

Fig 11: Toet toet!!

Coole trein, huh? Had ik speciaal zo gemaakt voor een filmreeks waar ik steeds maar niet aan toe kom. Onder andere door dit soort shit, mieren. Hier is de begintune!!


Fig 12: Ding!

Hopsakee! Daar zijn we dan. Hieronder ziet u dan ANT CITY II, de eerste van een hopelijk fantastische reeks!

Fig 13: ANT CITY II.

Voor elke volgende ANT CITY geldt hetzelfde idee: een grote leefbarak met een leuke klimpijp waar ik de siroop in kan pipetteren, een leuk oefenterrein omhekt met een wachttoren om die beesten in de gaten te kunnen houden. Zoals ik zei, geen enkel paradijs hoort vrijblijvend te zijn. Oké, gezelligheid straalt het nog niet helemaal uit, maar gezelligheid moet je maken en mieren krioelend over MIJN eten in MIJN huis vind IK weer geen gezelligheid uitstralen HE maar ja DAT BEN IK.

Fig 14: De deur kan open en dicht, zodat ze ook gelucht kunnen worden als ik in een goede bui ben en die beesten niet de kans grijpen me huis binnen te lopen.

Fig 15: Oeps. Twee mieren zijn een beetje verdronken in de siroopklimpijp. Dat was niet helemaal de bedoeling. Wees dan godverdomme ook niet zo… GRETIG STELLETJE HEBBERIGE KANKERBE… Laat ook.

Ik moet zeggen, verdomd tevreden met mezelf vertrok ik dat weekend naar Duitsland naar mijn Teutoonse babe om een bruiloft aldaar bij te wonen.
‘Dag mieren! Gedraag je!’ riep ik nog. KLUNK. Eind goed al goed!

Of het allemaal echt eind goed al goed is laat ik voorlopig aan uw verbeelding over, maar uiteindelijk aan deel drie. Tot dan!!!

12 Reacties

  1. Het spreekwoord “hij heeft een leven als een luis op een zeer hoofd” kunnen we nu vervangen door “hij heeft een leven als een mier in de tuin van Kippfest”. Hulde voor deze mierwaardige behandeling.

    A propos ingewikkelde tunnels, kende je deze al:
    http://www.youtube.com/watch?v=xQERRbU23bU
    Hier worden de bouwwerken en de verbindingstunnels van een mierenkolonie blootgelegd, het is gigantisch. Moet je echt eens tot het einde uitkijken.

  2. Een meesterwerk. Ik haalde mijn oude buurvrouw erbij (ze is 87 jaar), en ik zeg: ZIE JE NOU WEL!? Die mieren, dat is helemaal niet zo rampzalig! Als je de maatregelen maar treft!
    Gezamenlijk lachten we onze sokken er bijna af.

  3. oooooooooooooooooooowatmoooooooooi! Het is niet 18+, het is AL. Precies mijn doelgroep. Snel deel III!
    Maar die film met de “DEATH…TRAIN…” dat wordt een 18+ vrees ik. Mooie death train evengoed.

  4. Geniaal! Voor zover ik dat beoordelen kan natuurlijk. Bijen zijn ook interssant, maar die komen alleen je tuin in om iets te halen.

    1. Huu, ik wordt helemaal panisch van dingen die kunnen prikken. Sommige mieren kunnen dat dan ook wel, maar niet in mijn beschaafde contreien.

      1. in Frankrijk ben ik een keer geprikt door een rode mier toen ik middenin een penicillinekuur zat. Ik kreeg ik een heftige allergische reactie (op een van die twee, of op een combinatie van die twee): mijn hele lichaam begon op te zwellen, ik kreeg geen lucht meer. Bij de dokter (20 km verderop in de dichtsbijzijnde vallei) kreeg ik 3 knoerten van injekties in mijn bil (of was het nou in mijn dij?). Afijn: ik overleefde het maar heb 3 maanden overal jeuk gehad.

  5. Dit is trouwens allemaal gebasseerd op de waargebeurde feiten uit de zomer van 2010, niet dat iemand denkt dat ik dit al te warm vind.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *