Stijloefeningen (42) – Acrostichon (2)

Ronkend en zuchtend komt de bus tot stilstand Amsterdam Centraal, stationsplein, mijn bloedeigen Y-chromosoompje slaapt in zijn mobiele mand Miezerig weer, drilboren drillen, heipalen hijgen Op naar de Openbare Bieb, ik ben op zoek Naar Stijloefeningen, een legendarisch boek Dat ik helemaal nergens meer kan krijgen Quasi-nonchalant luister ik naar een vrouw Uit Frankrijk, ze […]

Continue reading →

Kijkoperatie

Ik drink het spul al jaren. Maar nu ging het mis. Bij de zevende borrel knapte er iets in mijn hoofd. Mijn adem stokte. Mijn blikveld vernauwde tot een koker. Ik voelde hoe ik uit mijn stoel op de grond gleed. Mijn adem kwam langzaam weer op gang, maar zo oppervlakkig dat ik het zelf bijna niet voelde. De stem van de voetbalcommentator vervormde en vertraagde tot slepend gemompel.

Continue reading →

Mieren deel II: Ant City

Terugspoelen naar het begin. Een paar weken geleden, toen ik evenzoveel mieren in mijn huis had ontdekt. Die insecten zijn lang geleden een passie van mij geweest. Fascinerende beestjes! Hun organisatie, hun bedrijvigheid, de mysterieuze tunnelconstructies waarin zij woonden… Ik heb mezelf menig uur vermaakt door een blokje suiker bij een ingang neer te leggen […]

Continue reading →

Een wijs oordeel

Mijn hert altijt heeft verlanghen naar de muziek van Mattheus Pipelare of naar de kunst van Bas Jan Ader. Het zal de overgave zijn – ik bedoel niet mijn overgave, maar de overgave van de kunstenaar. Ga daarnaar op zoek, en je vindt de mooiste dingen. Een Dirkswouds kunstenaar die zich Karst Wromstra noemt (terwijl hij gewoon Kees Homstra […]

Continue reading →

Complottheorieën: Het Blogbal

De CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlands Boek) zag dat met lede ogen aankomen. Als oppermachtig wezen in lectuurland waren ze blijven steken in het papieren tijdperk. Dat was hun brood en dat van hun onderdanen. Het was niet in hun belang dat men opeens GRATIS hun leesvoer van het www zouden halen. Daar zouden ze een stokje voor steken.



We hebben het geweten.

Continue reading →

Stijloefeningen (39) – Poepen

Het welhaast slaapwekkende geschud van de bus heeft er voor gezorgd dat ik, tegen de tijd dat ik moet uitstappen (ter hoogte van Centraal Station Amsterdam) ontzettend nodig moet poepen. Ik ren achter de kinderwagen aan richting de Openbare Bibliotheek, waar ik toch moet zijn, omdat ik Stijloefeningen van Raymond Queneau wilde lezen. Er kwam […]

Continue reading →

Het verraad van Verbrugge

Tom had niet zo veel met het koningshuis. Niet met dat van Nederland en niet met dat van België. In zijn land waren de leden van het koninklijk huis zo’n beetje de gekke henkies van de samenleving. Zoals Nederlanders moppen vertelden over Belgen, zo sloegen Vlamingen hun knieën blauw als het over de prinsjes ging. Geen filosoof die het in zijn hoofd haalde eens wat woorden vuil te maken aan dat anachronistische relikwie uit een idioot verleden.

Continue reading →

Mortem. De pijp uit

Ik weet nog dat ik in 1959 of ’60 voor het eerst op het bestaan van rijm werd gewezen. Dat gebeurde in een televisieprogramma (misschien het NTS Journaal), waarin gezegd werd: ‘Heden is overleden, plus een naam.’ Vandaag de dag zeggen ze dat wat anders, want men vindt zulk rijm nu lelijk of ongepast (of […]

Continue reading →

Boze droom

Hij voelde een zure mix van frieten en bier in zijn keel omhoog komen. Keerde zich om en begon half kotsend te rennen. In de spiegelruit van een snackbar zag hij de gestileerde Ajax in zwart in de rode cirkel op zijn borst.

Continue reading →

Stijloefeningen (38) – Moe

De buschauffeur port me wakker. We zijn bij de eindhalte, Centraal Station. Ik stap uit en duw de kinderwagen voort waarin mijn zoon ligt te slapen. Ik wou dat ik hem was. De mensen lopen in zichzelf gekeerd over het plein. De regen doet z’n best mij wakker te houden, maar mijn oogleden voelen zwaar, […]

Continue reading →

Korter, korter, korter!

Vroeger, toen de computer nog niet bestond, schreef ik verhaaltjes in mijn brieven aan verscheidene personen. Met de tikmachine. En sommige verhalen heb ik ook bij gelegenheid wel verteld, want men zei me: ‘Dat verhaal dat je me laatst schreef, moet je komen voorlezen!’ en dat deed ik dan soms. Bij dat voorlezen van zo’n […]

Continue reading →

Het gebeurde en gebeurt nog steeds

In Dirkswoud wonen over het algemeen verstandige mensen. Mensen met wie je kunt praten over van alles. Vanochtend reed ik in mijn comfortabele, witte Citroën Berline naar Dirkswoud, onderweg wuivend naar iedereen, ik was op weg naar Karlijn Woudsma (welke ouder noemt zijn zoon nu Karlijn? vroeg ik mij af. Maar er zijn ook genoeg […]

Continue reading →

Stijloefeningen (37) – Letterlijk

Rond 12.00 uur stap ik uit de bus, die er letterlijk acht uur over heeft gedaan. Op het plein van Amsterdam Centraal. De regen geselt letterlijk mijn gezicht. Ik duw het wagentje voort waarin mijn zoontje ligt te slapen. De mensen die langs lopen, gedachteloos, ik zou ze letterlijk kapot kunnen slaan. Maar dat doe […]

Continue reading →

Stijloefeningen (36) – Alliteratie

De bonkende bus komt stutterend tot stilstand. Ik stap strompelend uit op het plensnatte plein. Het is een gure, grauwe, grijze, doodse dag. De wind waait striemende stralen reinigende regen in mijn gezette gezicht. Mijn zondevrije zoon en ik, we lopen langs de bodemloze bouwputten, bonkig begeleid door hompende heipalen en dreinende drilboren. Ik ben […]

Continue reading →

Charlotte Mutsaers

Charlotte was gisteravond in Het Uur van de Wolf. Ik kan er nog altijd niet over uit, over die programmatitel. Ik heb haar zeer lief, als schrijfster. Ze heeft een paar alinea’s geschreven die mij na staan, en die ik ook diep bewonder. Ze zei gisteravond (ongeveer): ‘Fictie is voor mij het leven zoals ik […]

Continue reading →

Koenders en Khadaffi amicaal op de foto

Aan de stamtafel van De Wereld Draait Door beaamde Bert Koenders (voormalig minister van Ontwikkelingshulp) dat hij Khadaffi had ontmoet. Maar, zo haastte hij zich erbij te zeggen, hij had ’m nooit de hand geschud. Hij had een ‘Rita Verdonkje gepleegd,’ grapte hij (als ik het mij goed herinner). Technisch gesproken heeft Koenders het gelijk […]

Continue reading →

Ik heb nooit bedoelingen

Als ik bijvoorbeeld zeg: dat Nederlandse gedoe met dat inburgeren is slecht en onzinnig, dan heb ik daar maar één bedoeling mee: precies wat ik zeg, niets meer. Door dat te zeggen, verdwijnt gerust die hele bende niet, en het zal ook niet verbeteren. (Ik heb wel aardige ideeën, soms, op dit terrein. Laat iedereen […]

Continue reading →

Spijt van jodenjacht

In hun supportershome vieren de wildebrassen een overwinning op Ajax. Reden voor een feest. Net als je een hap wilt nemen van je kubba bamia, verschijnt er een magere blonde Hagenees in beeld. Lex Immers. Een beperkte voetballer, die nog het meeste weg heeft van Silas, de afzichtelijke albinomonnik uit een zeker boek van Dan Brown. Lex staat op de tafel met een microfoon en laat zich als voormalig harde kernlid ouderwets gaan. ‘Wij gaaaaan op Jódenjacht, wij gaan op Jodenjacht,’ jubelt hij.

Continue reading →

Stijloefeningen (35) – Flaptekst

In het weergaloze Stijloefeningen verhaalt Max J. Molovich op 99 verschillende manieren over zijn tocht naar de Openbare Bibliotheek Amsterdam in de hoop Stijloefeningen van Raymond Queneau te lenen, een boek waar hij al enige tijd naar op zoek is. Vlak voordat hij de Bibliotheek wil betreden wordt hij echter staande gehouden door een mysterieuze […]

Continue reading →

Geleende tijd

‘Ik leef op geleende tijd.’ Dat was één van de eerste dingen die Alice Stegeman me zei, in 2006. Ze had zes jaar eerder al longkanker gekregen en was daarvan wonderbaarlijk hersteld, ook van de bestraling etc. Ze had nog een man, die zich volgens mij en ook volgens haar weinig aantrok van de situatie, […]

Continue reading →