Carla! Carlita! Ik wijs op mijn lendenen, of op mijn heupgewricht, want waar mijn lendenen zitten, weet ik niet precies, maar je zegt in zulke gevallen nu eenmaal: je lendenen. Ik heb ook lang gedacht dat mijn hurken de achterkanten van mijn hielen waren.
Ik bevind mij wederom te Dirkswoud, en wel op de Westerweg 320, in het huisje van Carla Walbos. Carla is een ouderwetse, bruinharige schoonheid, in de porno-afdelingen op ons heerlijke internet zou ze figureren onder de hairy beauties. Ze is klein van stuk, zo’n één meter zestig, maar, vertelde ik haar, ‘dat verhindert je niet toch een goed tennisster te worden, kijk maar naar Cybulkova’. Het zijn deze en dergelijke uitspraken, die gerekend kunnen worden tot de winning statements, heren!
Carla is 43 jaar, dus een goed tennisster zal ze niet zo gauw meer worden, zeker niet omdat ze elke ochtend moet kampen met een pijnlijk rechterschouderblad. Hetzelfde euvel waar ik ook aan lijd. Maar na de ochtend (die ze gewoonlijk in afzondering, in bed doorbrengt) is Carla zo’n enorm lieve meid! Ze ruikt naar cafetariagoederen, maar dat vind ik helemaal niet erg. Kroketten, patatje bambam, welke Nederlander vindt dat nu smerig? Ik kwam haar voor het eerst ook tegen in cafetaria Smultest te Dirkswoud. Daar werkt ze. ‘Het is vooral de jeugd die op mijn zenuwen begint te werken,’ zegt ze, ‘met hun loempia’s met pindasaus.’
Het is een puur sociologische, of laat ik maar eerlijk zijn: een puur seksuele affaire voor mij. Een boek heeft Carla nooit gelezen, dus daarover kan ik niet met haar praten. Ze kijkt soms naar herhalingen van Boer zoekt vrouw. Ze kijkt ook graag naar ijsdansen.
Maar haar lichaam is zo betoverend, ik kan daar niet op uitgekeken raken. Onder haar armen, bijvoorbeeld, heeft ze (in haar oksel) beharing! Wanneer, heren, weest u eerlijk, bent u een vrouw tegengekomen (sinds Patti Smith) met okselbeharing?
Ik wijs dus op mijn lendenen, en daar zit Carla nu op. Wij groeien, wij gaan straks naar bed.