Eric Lucassen werd wakker met pijn in z’n harses. Voor het slapen gaan had hij nog driekwart fles Jack Daniels naar binnen gekeild. Om zijn 36e verjaardag te vieren. Stelletje teringlijers die ’m dit geflikt hebben. En Geert die maar gefocust is op die linkse honden van de VARA. Zijn het godverdomme je bondgenoten van Wakker Nederland en PowNed die je een mes in de rug steken.
Hij had tot half drie met Geert zitten praten. Geert had geëist dat hij alles zou vertellen. Nu niks meer achterhouden. Ja, hij had twee leerlingen geneukt. En goed ook. Ze hadden het zelf gewild. En ja, ze waren zeventien jaar oud geweest, geen achttien. Dat wist hij. En ja, het waren leerlingen van ’m en hij had ze beloond voor bewezen diensten. Maar het is geen 1954 meer, hoe graag Geert dat ook zou willen. Meisjes van zeventien weten precies aan te geven op welk moment ze een vinger in hun anus wilden. Dat soort details hoefde Geert dan weer niet te weten. Maar als je alles wil weten, dan moet je ook alles weten.
Dus ja, hij had dat bejaarde baasje van die schijtmachine wel eens drie kilometer hinderlijk gevolgd. Zonder iets te zeggen. Gewoon, een meter achter hem blijven lopen. En wat zwaarder ademhalen dan normaal. En ja, hij had zijn overbuurvrouw voor dikke zeug en kankerhoer en wist hij veel voor wat nog meer allemaal uitgescholden. Moet je maar niet je hond voor zijn deur laten schijten. Hij was toch duidelijk geweest? Waarom bleef ze het dan gewoon doen? En ja, hij had gedreigd door haar brievenbus te pissen. En ja, hij had veel geblowd. En ja, hij had die gast van die coffeeshop over de bar gesleurd en ’m een paar tikken verkocht. Maar hij had naar HAAR gekeken. Zijn vriendin.
Zij, die in alles zijn tegenbeeld was. Zij. Zuiverder bestaat niet. Als een bergbeekje uit een reclame voor een frisdrank. Maar ze ging bij hem weg. Haar kon hij niet slaan. Hij is geen vrouwenmepper. Dus wat moet je dan? Met je hele wezen dat uit elkaar barst van woede en frustratie. Hij was een vulkaan van haat in die dagen. Steeds balancerend op het punt van uitbarsting. Hij dacht aan vroeger. Aan zijn schooltijd. Aan zijn vader. Aan zijn moeder die de andere kant op keek. Klasgenootjes uit de wc laten drinken. Brilletjes onder je kissies vermalen. Kikkers hun poten uit hun lijf trekken en ze dan teruggooien om te kijken hoe ze verzopen. Zwerfkatten opblazen met strijkers. Zo lang hij zich kon herinneren wilde hij andere wezens pijn doen. Hij wilde ze vernederen. Ze moesten zich klein voelen, kleiner dan hij.
Maar toen kwam Geert. Bijna zonder dat je het merkte. Ineens was hij er. Zoals iemand ineens achter je kan staan. Ze hadden elkaar ontmoet bij een bijeenkomst. Het klikte. Eindelijk iemand die het begreep. Eindelijk iemand die hem begreep. Eindelijk iemand die begreep dat dit land naar de knoppen ging als je het niet met harde hand zou aanpakken. Nederland had Geert Wilders nodig. En hij, Eric Lucassen, was precies wat Geert Wilders nodig had. Hij wist van de hoed en de rand. Hij was zelf zo’n klootzak. Geert wist wat er moest gebeuren, hij, Eric Lucassen wist hoe je dat moest aanpakken. Eindelijk kon hij al die opgekropte woede voor het goede doel aanwenden. Hij wist precies wat er in de wijken aan de hand was. Je moest er met een grote bezem doorheen. Mensen op hun verantwoordelijkheden wijzen. En zodra maar even blijkt dat ze die niet wensen te nemen, meteen naar andere middelen grijpen. Wie niet luisteren wil, moet maar voelen. Zo had hij het hondenpoepprobleem in zijn wijk ook opgelost. Hij was de kwaaie boeman, maar er werd niet meer op de stoep gescheten.
Maar nu dreigde alles uit z’n godverdomde handen te glippen. Waarom hij dit allemaal niet had verteld tijdens zijn sollicitatiegesprek? Hij had niet gedacht dat het belangrijk was. Hij had niet gedacht dat die mietjes van een voormalige buren uit de school zouden klappen. Geert had zijn hoofd geschud. Een glimlach. Eric Lucassen wist niet hoe hij die moest interpreteren. ‘Ik moet je laten gaan,’ had Geert gezegd. Het was onhoudbaar. ‘Ik weet dat ik m’n zetel mag behouden,’ had hij tegen Geert gezegd. Maar hij wist ook wat hij beloofd had. En ook al had hij geen open kaart gespeeld, hij was een man van zijn woord.
Eric Lucassen ging op de rand van zijn bed zitten, pakte de fles Jack Daniels en dronk ’m in vier ferme slokken leeg. Tot de laatste druppel.
Ik ken Eric van de Landmacht,het is de allergrootste viezerik die er bestaat.Ook heeft hij vaker vrouwen mishandeld en misbruikt.Eric je bent een grote viezerik!!!!
Bravo! Een prachtige tekst.
Maar nadat ie ook die tweede fles Jack Daniels naar binnen had gegoten bedacht ie zich: “WTF, ik doe mezelf gewoon mijn zetel kado voor mijn verjaardag!”
Zou je denken?
Waarom denk je anders dat Geert nog steeds niet met een reactie is gekomen?
Waardige Max,
Wist u dat de gedachten van Eric mij doen denken aan de gedachten van de kwade stiefvader in Charles den Tex ‘Onmacht’. Stijl en al. Opvallend, maar geen idee of u dat als een compliment moet opvatten.
Is het als compliment bedoeld? Ik heb zelf nog nooit wat van Charles den Tex gelezen. Ben dat wel al lang van plan. Ik kijk nu in ieder geval elke week naar de Macht van Meneer Miller. En dat is razend spannend.
Ik deed wel een beetje een poging om hard boiled uit de hoek te komen. A la James Ellroy. Zij het iets minder staccato. En iets minder repetitief.
O jezus christus nog aan toe. Had een chillmoment van 10 minuten voor de boeg, dacht: ik lees Molo even later, nu eerst Kippfest. Maar ja hoor: “Eric Lucassen werd wakker met pijn in z’n harses.”
HOE KUN JE ZO’N OPENINGSZIN WEERSTAAN???? WIE kan dat?
Godskolere.
Dit doet de deur dicht. IK.STOP.MET.SCHRIJVEN.
@ iedereen: STOP MET SCHRIJVEN
HOEFT NIET MEER.
Oké. Jullie vinden dat ik weer overdrijf. Maar luister eens: ik zit honderden van die kutblogs te lezen en ik word er schijtziek van. Ik heb van die momenten dat ik denk: o in godensnaam laat ze in godensnaam onbekommerd hun kutverhaaltes voor de rest van de wereld neer te pennen, ik hoef dit niet meer. En dan lees ik dit. En dan weet ik weer waarom ik besta.
*neerpennen
En ja, voor de boeg ermee: ik vind Molovich de allerbeste schrijver van dit moment. Mag ik? Hij is mijn Harry Mulisch. En ja, ik heb een rare smaak, en ja, ik ben in staat om het zigeneurmeisje in mijn woonkamer op te hangen. En toch zeg ik: Molovich is de beste schrijver van dit moment. En knap is die die mij tegenspreekt.
OZ, je hebt misschien gelijk maar wil toch even zeuren, gewoon omdat het kan, ook al heb ik zelf een mutserig molratblog en ook al heb ik nog nooit een letter Mulisch gelezen.
Bij negen van de tien stukjes van Max denk ik: Jammer Molovich, bijzonder aardig stukje maar je kunt beter. Dan is het alsof ik een olympisch atleet op een sukkeldrafje langs zie komen, schitterend, soepel, geen druppeltje zweet, ontspannen glimlachend.
Misschien is dat ook wel de kracht van Molovich.
Nou, Molrat, dat was precies wat ik als 6de reactie wou schrijven.
Geen ruzie dus vanavond. Jammer.
En mocht je het nog niet weten: je bént Utahraptor.
Is dat een vleeseter?
Mooi stukkie, Max. Dat van dat hondenpoepprobleem denkt hij waarschijnlijk nog echt ook. Ik vind alleen wel dat ie erg coherent denkt voor iemand met een fles JD achter de kiezen en dan nog in goed Nederlands ook. :)
Dank Odo. Maar… een smiley?????!!!
Grappig stukkie. Alleen jammer van dat stuk over de middelbare school. Ik leerde hem kennen in de tijd dat hij op de middelbare school zat. Een van zijn beste vrienden uit die tijd was ook een van mijn beste vrienden. Zo heb ik ‘m leren kennnen. Deze gezamelijk vriend was verre van “mister popular” – met een bril met grote jampot glazen en behoorlijk links (hij is nog steeds behoorlijk links). Stel je er een Freek de Jongen ttv Neerlands Hoop bij voor. Deze vriend had het niet altijd even makkelijk met klasgenoten, maar Eric was toendertijd een echte vriend voor hem, die er mede voor zorgde dat die tijd geen hel was. Zoals ik Eric in die tijd kende was het niet iemand die actief confrontaties op zocht en tot een fysieke confrontatie heb ik het nooit zien komen.
Na 1996 ben ik ‘m uit het oog verloren – en over die tijd kan ik dus niet spreken. Maar wel over de tijd dat ik ‘m gekend heb.
Hm. Dat is mooie info. Jammer dat ik die niet had. Jammer ook dat ik die niet heb verzonnen.
Wat dat betreft ben ik ook wat gemakzuchtig te werk gegaan.
“Gebruik maken van de kennis in de groep,” zoals elke sergeant weet. Maar je kan ook niet voor elke stukje een ledenraadpleging doen. En al die nuances maken het verhaal anders, maar niet beter. Dat hij in jongens C2 met het hockeyen haar tot op zijn schouders had, dat kan je toch ook nergens echt kwijt. Dat kan je dan maar beter niet weten.
Dat is waar, maar het zou dan ook een ander verhaal zin geworden, waarin Eric dacht aan vroeger toen ie wel eens op kwam voor een zwakkere en dat ie dat langzaam maar zeker kwijt was geraakt, misschien wel door dat verrekte leger en dat machocultuurtje dat daar heerst en dat ie van het pad is geraakt door een amour fou en door de wiet, dat dat ‘m gek in z’n kop heeft gemaakt, maar dat ie dankzij Geert kans zag om weer op de juiste weg te komen. Hij kon gaan opkomen voor de zwaksten in de samenleving. En dat dreigde dan nu weer helemaal mis te gaan.
Ik vind het toch jammer dat ik het niet wist of niet had bedacht, want nu is het een stereotype sociopaat geworden met een nare jeugd. Het was wel leuk om te schrijven. En ik geloof dat het ook wel leuk is om te lezen. Met het is vooroordeel bevestigend. En het vaart mee op de publieke veroordeling.
Machocultuurtje in het leger: ook dat is echt weer veel ingewikkelder dan het lijkt. Zie Arnon Grunbergs krankzinnige maar daarom niet minder realistische Afghanistanverslagen. Hoeveel echt, écht machismo zit daar nou in? Wat het wel is, God mag het weten. In ieder geval denk ik dat het een zeer kleine minderheid is die het met minderjarige ondergeschikten doet, en dat die daar in het algemeen ook keurig voor gestraft wordt. Dat maakt Lucassen wel degelijk tot een rotte appel, bij wie de rest van de bio die je hebt bedacht wel zou passen.
Meevaren op publieke veroordeling: dat is niet mooi van je inderdaad. Maar bedenk dat de vijand nog veel wreder is. Let’s do it to them before they do it to you.
Die jongen C2 die ik in gedachten had heette trouwens wel Eric, maar waarschijnlijk geen Lucassen. En ik maak graag van de gelegenheid gebruik nog eens te melden dat ik wel degelijk op dezelfde hockeyclub zat als Femke Halsema en dat is een feit, zij steeds in even lage meisjeselftallen als ik in jongenselftallen dus regelmatig tegen het lijf gelopen op feesten, wij hoefden de volgende dag niet vroeg op.