Na de zinderende en bloedstollend spannende eerste aflevering van De Macht van Meneer Miller, leek het me verstandig om weer met beide benen op de grond te komen. Na Penoza en Den Uyl en de Affaire Lockheed is dit immers weer een onwaarachtig goede serie van Nederlandse bodem. Als ik niet uitkijk, ga ik nog denken dat de Nederlandse televisie volwassen aan het worden is. Dus besloot ik nog even op het derde net te blijven hangen om De Zomer Voorbij te zien, een programma dat draait rond de betaalde vakantie van Jantje Smit en zijn Volendamse vrienden (Nick, Simon en De Drie Amigo’s Wier Voornaam Met Een J Begint) in (oh, oh) Chersonissos.
Ik had er geen spijt van. Prachtprogramma.
Het begon met een concert dat Jantje, Nick, Simon, J., J. en J. gaven op een soortement van piratenschip in de haven van Chersonissos. Er waren ook twee gasten bij, Jim Bakkum (u weet wel, die runner-up van de allereerste Idols; de jongen blijkt inmiddels de baard in de keel te hebben) en een meisje dat ik herkende als een winnaar van een latere Idols, X-factor, of Holland got talent, dat ze toen won met Leonard Cohens Hallelujah. In een vrij ver verleden werd BZN ook wel eens op kosten van de TROS naar een strand in Benidorm gestuurd om nummertjes als Mon amour ten beste te geven. Ik kan u wel vertellen: de palingsound is er flink op vooruit gegaan. Het was allemaal zo middle of the road als de onderbroken middenstreep op een provinciale weg in de kop van Noord-Holland, maar het deed tenminste niet echt pijn aan m’n oren. Jantje Smit is trouwens de meest middelmatige zanger van het stel. Wat dat betreft is hij het terechte middelpunt waar omheen het programma draait. Want wat De Z0mer Voorbij viert, is de overwinning van de middelmaat. Het is één groot feest van de middelmaat. Gewoner dan Jantje, Nick, Simon, J., J. en J. worden ze niet gemaakt.
Na het concert ging het stel op stap. Er gebeurde iets vreemds. Wij zagen het groepje vakantievierders in een rijtje stil staan. Ze waren aan het wachten op een teken van de cameraman. Toen ze dat kregen begonnen ze een vrolijke polonaise in te zetten, die tien meter later werd afgebroken. Voordat ze nog een laatste afzakkertje gingen nemen, werd Jim Bakkum de hamvraag gesteld: Of ie het een bietje leuk had gehad. Hij had het geweldig gehad. En dat meiske van Hallelujah ook trouwens. Toptijd. Da dochten we al.
De volgende ochtend ging Nick of Simon of J. of J. of J. (ik hou ze nooit zo uit elkaar) samen met de cameraman de hotelkamers langs waar de vrienden hun roes aan het uitslapen waren. We kregen in een serie achter elkaar gemonteerde foto’s te zien wat er de avond ervoor gebeurd was. Men had ’m flink weten te raken en tussendoor had men tijd gezien voor de fotocamera rare bekken te trekken.
Die middag gingen ze, voor het broodnodige stukkie cultuur, naar een ‘authentiek Grieks dorpje’ (op het welkomstbordje van het dorp stond ook daadwerkelijk te lezen: ‘authentic Greek village’), waar Nick en Simon, dan wel twee van de drie J’s zich in Griekse klederdracht hesen om een sirtaki te dansen. Geplaagd door een kater bezocht men in hetzelfde dorp een toeristengiftshop. Iemand zag een stierenkop en men begon grappen te maken over Bulletje, de stier van de Soundmixshow (eigenlijk van de mini-playbackshow, maar goed), die nadat de Soundmixshow was afgelopen in een diep zwart gat terecht was gekomen, even als stukadoor had geleefd om daarna te emigreren naar Griekenland. Aldus de gniffelende vrienden. Er werden nog meer onwaarschijnlijk slechte grappen gemaakt. ‘Het is groen en het draait plaatjes… DJ Pesto.’ Iemand zei: ‘Wist je dat je van sneeuw drie keer last hebt: als het valt, als het ligt en als het smelt.’ Er werd gelachen. Ik begrijp ’m nog steeds niet. Vrienden onder mekaar.
Die middag gingen de palingrokers voetballen. Hun team heette De Zomer Voorbij Boys. Ze namen het op tegen een soepie uit Nederland geïmporteerde horeca-tijgers van Chersonissos. Commentaar werd geleverd door Nick, die dingen zei als: ‘Mooie steekpass… of eigenlijk: zonnesteekpass.’ Op het veld stond een niet zingende vriend van Jan Smit, Kees Tol, die, zo las ik hier, ergens in 2009 uit de kast is gekomen. Hij speelde voor verslaggever en zei dingen als: ‘Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.’ En dat dan drie keer. Tegen een van de drie J.’s zei hij: ‘J., hoe gaat het met je sixstring-belessure?’ Het duurde even voordat het kwartje viel. ‘Ah’, zei J., ‘met sixstring-blessure doel je natuurlijk op mijn gitaar!’ Waarna het grapje werd overgedaan.
De zomer voorbij slecht de grens tussen de reality-soap en de vakantievideo. Door grapjes over te laten doen en te wachten op cue’s van de cameraman wekt men de suggestie dat er ‘in de camera gemonteerd’ wordt. Het enige wat ik nog miste waren schokkerige beelden van een zanderige grond en dat je dan hoort dat Nick met Simon aan het kibbelen is over wie er die avond op de kamer van Jantje Smit mag slapen en dat Nick dan aan Simon vraagt of hij de camera wel heeft uitgezet.
O ja, kijk dit is echt mijn type blog. Nick-en-Simon-heile-Welt-blogging, altijd +1! Ga ‘m snel even RT-en op den Twit. O ja, en ik zal natuurlijk nog een fijn plaatje van de Jan Smit blippen zo meteen.
Maar wie zijn toch die drie J.’s?