“Wat zie jij eruit zeg. Sinds wanneer heb je een snor?” “Sinds 1 movember”. “Nou, je gaat er al helemaal gek van praten, van die snor”. “Nee, zo heet november tegenwoordig. Ik kom in beweging tegen prostaatkanker. De maand november is voor deze actie omgedoopt tot movember”. Je kunt m’n snor sponsoren.”
Hoe een snor zich tot de prostaat verhoudt is mij een raadsel. Net zo’n raadsel overigens als de relatie tussen een roze lint en borstkanker, een hersentumor en een step en tussen een armbandje en alle mogelijke andere vormen van kanker.
Gisteravond was het programma Sta op Tegen Kanker te zien op Nederland 1. Ik word onpasselijk van de commercialisering van de strijd tegen deze ongelofelijk valse ziekte. Ik heb er genoeg van om elke dag, nu al sinds 1 oktober met de start van de borstkankermaand, geconfronteerd te worden met kanker op momenten en manieren die ik als onprettig ervaar: in de supermarkt, waar een knipogende C-categorie ster toch vooral zich zelf aanprijst met een roze lintje op haar borst. Op de radio, waar ik in een jolig gesprekje over snorren en prostaatkanker val. Op Abri’s, op TV, op Twitter… overal.
Mijn halve familie is ten onder gegaan aan kanker en genetisch gezien ben ik belast. Maar ik zoek de oplossing niet in lintjes en armbandjes. Bezweringsattributen vrijwaarden niemand, net zo min als incidentele donaties. Met regeringen die in dit land al jarenlang het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek stelselmatig te kort doen, zal de cure for cancer vast niet hier gevonden worden.
Ik heb dan ook een weinig geinig en noch minder glamoureus voorstel: laten we als maatschappij structureel meer geld in beter onderwijs en wetenschappelijk onderzoek steken. Daar profiteert niet alleen het kankeronderzoek van. Zullen we de farmaceutische industrie eens wat meer achter de vodden zitten om daadwerkelijk vooruitgang te boeken? Kiezen we politici die zich daar hard voor maken? Zonder snor en zonder roze lintje, niet op de step en niet met zo’n kek armbandje.
De ‘Fight Cancer Soupisok’. Aan de foto te zien is de soupisok een zweetbandje. Weer wat geleerd.
Waar ik zelf moe van wordt is die letterlijke beeldtaal die tegenwoordig in de mode is. In de promo’s van Sta op tegen kanker, zag ik allemaal BN’ers opstaan. En in Nederland schreeuwt om Cultuur zie ik allemaal BN’ers schreeuwen.
Wij wachten in spanning af voor de campagne rondom Nederland Kotst op Daphne Deckers.
Goh, ik schreef gisteren exact hetzelfde stuk. Het bewijs dat great minds, think alike.
Sorry, Vrouwke. Het foutje van de corrector is inmiddels hersteld.
Maar hoe moet dat nou met het bewijs dat great minds think alike?
Ehm… Tja. Dat zal ik even uitleggen, laat me even, Vrouwke. Er gaan soms, dames en heren, dingen mis. Waar het door komt, daar komt het door, maar fouten zijn onvermijdelijk in het menselijk leven. En gelukkig maar! Anders zou iedereen concertviool kunnen spelen, toch? Maar dat kunnen er maar enkelen, en daarom hebben we een Concertgebouw.
De fout bij dit stukje zat erin dat er een domme corrector rondloopt op de burelen van Nurks Magazine. Die domme man had gisteren al dit stuk gelezen op het blog van Vrouwke, en toen hij het stuk vandaag weer las, dacht hij niet na en dacht hij: dit stuk is sowieso goed.
Er stond als schrijversnaam ‘Molovich’ boven, dat was die andere great mind, waarop Vrouwke doelde. Dat was ten onrechte, ik bedoel, dat Molovich als schrijver stond aangemerkt. Dat moest zijn: Vrouwke van Stavast.
Er zijn geen grote ongelukken gebeurd, en het is alweer hersteld, maar toch wil de redactie van Nurks Magazine, inclusief haar afdeling Correctie, haar oprechte excuses uitspreken. Dit zal niet meer voorkomen!
Owww please….haal die zielige verontschuldiging weg! O nee, doe maar niet, de teller van de comments tikt lekker door zo. Iemand nog iets inhoudelijks te commenten op dit stuk trouwens?
Deze verontschuldiging is een pareltje van een inkijk in het onnadenkend na-, overdenken, -peinzen ter Nurksburelen en moet dientengevolge voor het nageslacht bewaard blijven.
Gelukkig kan iedereen wel kamp-, wijk- of kraakviool spelen in evenzovele kamp-, wijk- en kraakhuisgebouwpanden.
Nou, of het niet vaker zou voorkomen, durf ik hier niet glashard te beweren. Uw hoofdredacteur is niet alleen slordig van aard, hij is het ook uit overtuiging.
Maar laat ik even inhoudelijk reageren. Goed dat je het stuk geschreven hebt. Het is niet altijd makkelijk kritiek te hebben op goede bedoelingen. Maar het is wel nodig. Want het heeft iets ongepast, al die luchtigheid ook. En al die zelffelicitatie. Je hoort het die communicatieadviseurs zeggen: “Je moet positief zijn. Positieviteit uitstralen. Mensen willen geactiveerd worden, niet op een negatieve manier. Juist een loodzwaar onderwerp als kanker moet je luchtig maken. We moeten het ludiek maken. Prostaatkanker is een mannending. Wat is nog meer typisch mannen? Precies, een snor. Typisch mannelijk, en toch sterft ie uit. Terwijl, wat nu echt moet uitsterven is kanker. En daarom roepen we mannen op hun snor te laten staan, en die snor te laten sponsoren. Onder het motto: de een z’n snor, is de ander z’n ballen. Laten we een maand nemen. Snortober bijvoorbeeld. Maar dat begrijpt niemand. Snortember ook niet. Beter is om naar het Engels te gaan. Moustache. Movember. Klinkt ook nog eens activerend. Kom uit je luie stoel, move, laat je snor staan in movember.”
Persoonlijk vind ik ‘movember’ een betere maand voor darmkanker. Voor elk onderzoek slik je zo twee liter MoviPrep naar binnen tenslotte.