Nieuwe beroepen (2): De luizenkapper

Op alle Amsterdamse basisscholen heerst al tientallen jaren een onuitroeibare luizenplaag. Voor werkende ouders een regelrechte ramp. Zodra beestjes zich op het hoofd van kindlief hebben genesteld ben je je avond kwijt aan gif aanbrengen, beddengoed verwisselen, jassen, mutsen, dassen en knuffels in hermetische tassen opsluiten, niet wasbare dingen invriezen, en wassen draaien tot het teken luizenvrij wordt gegeven. Je gaat naar bed in de hoop er voorgoed vanaf te zijn.
Een paar dagen later nemen je kinderen een verse lading ongenode gasten mee naar huis. Je kan weer van voren af aan beginnen. Je neemt je voor elke dag na school het voltallige kinderbestand door te kammen met de fijne kam. Geen enkel kindloos mens kan zich voorstellen hoeveel tijd en kracht je dat allemaal kost.

Als je enkel jongens hebt met dun kort haar ben je echter veel sneller klaar dan in het geval van een meisje-meisje met romantisch haar tot de billen. ‘De schaar erin!’ is de onvermijdelijke conclusie die zich na plaag nr. 2 aandient. Naar de kapper dus. Waar zal blijken dat dat niet zo maar gaat. De kapper wil dat niet, knippen in luizenhaar. Dus ben je genoodzaakt om het haar van je dochter eigenhandig kort te wieken. Met alle traumatiserende uitwerkingen van dien.

Terwijl het zo veel beter kan. Met de Luizenkapper. Een kapper die begrepen heeft dat aan die luizenplagen geld valt te verdienen. VEEL GELD VALT TE VERDIENEN. Alle tweeverdieners zullen vaste klant worden, en zelfs de thuismoeders. Want zeg het nou zelf: dat zou toch het einde zijn? De Luizenkapper heeft de keuze tussen een paar mogelijkheden:

-een aparte gedeelte voor de luizenklanten
-de zaak er geheel aan wijden
-of zoals Mijnheer Oud Zeikwijf en Molrat juist opmerkten: thuis bij de klantjes komen.

Er kan à la carte gewerkt worden of aan de hand van vaste abonnementen. In dat geval wordt het kind elke week onder handen genomen. Haar op gezette tijden handmatig gevlooienkamd, en met preventieve shampoo ingezeept. Bij vaststelling van levende exemplaren of neten, gaat het gif er overheen. Uiteraard wordt er desgewenst geknipt, luizen of geen luizen.

Ik begrijp maar niet waarom dat nog niet bestaat.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

6 Reacties

  1. Eén van de dingen waarom ik gelukkig ben, lief Oud Zeikwijf, is wel dat ik niet in een van de grote steden woon. Ik woon niet in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Utrecht, waar ik ook al hoor van vuile discriminatie, waar niet tegen opgetreden wordt. Voor de derde of vierde keer alweer, in Utrecht. Godverdomme, doe daar wat aan!
    Hetzelfde geldt voor het luizenprobleem te Amsterdam. Doe daar wat aan! Het probleem bestaat (nog) niet in mijn gemeente. Maar werk het probleem de wereld uit! Het is zo simpel: pyrethroiden op alle scholen.

  2. Die beesten VRETEN gif. Elk gif. Plutonium heb ik nog niet geprobeerd, maar waarsch. zijn ze ook daarvoor binnen 2 generaties (= 20 dagen) bestand.

  3. Ik voorzie een grote toekomst voor dit beroep. Sowieso rukken de beestjes op… fruitvliegjes, papiervisjes, bedwantsen…..#brrrr

  4. Er bestaat wel degelijk een “luizenkapper” hoor: de luizenkliniek. Daar kan je de hoofdluis laten behandelen met een apparaat.

Laat een antwoord achter aan Ursula Schipper Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *