Een gezond spektakel

Keiwerpen is een atletiekonderdeel dat nog maar weinig beoefend wordt. Slechts te Dirkswoud wordt het keiwerpen nog fanatiek gespeeld. Hier zijn de spelregels.

Keiwerpen wordt gespeeld door twee teams van elk drie man, de ontvangende partij (O.P.) bestaande uit een hoofdraper en twee bijrapers, en de werpende partij (W.P.) bestaande uit de Eerste Werper en twee bijwerpers.
De Eerste Werper werpt vijf keien van 10 kilogram vanuit stilstand, staande aan de werplijn. De bedoeling is dat zijn vijf keien terecht komen zo dicht mogelijk bij de 20 meter verder getrokken raaplijn. Een kei die over die raaplijn terecht komt, wordt direct uit het spel genomen.
Zodra de vijf keien zijn geworpen, klinkt er een fluitsignaal en kan de hoofdraper van de O.P. proberen de keien op te pakken (te rapen). Dit kan worden verhinderd door de beide bijwerpers, die met vijftig bijkeien (van maximaal 5 kilogram elk) zullen proberen de hoofdraper te raken.
Hier komen de beide bijrapers in actie, want zij zullen trachten te verhinderen dan hun hoofdraper wordt getroffen.
Puntentelling: 1 punt voor het rapen van elk van de vijftig geworpen bijkeien; 5 punten voor het rapen van elk van de vijf geworpen keien.
Na het eerste spel worden de rollen omgewisseld en begint de tweede helft.
Speelveld. Het speelveld voor het keiwerpen was aanvankelijk 30 x 2 meter groot, maar de Dirkswoudse spelregelcommissie heeft in 1986 besloten dat het speelveld 3 meter breed moet worden, gezien het grote aantal gewonden aan toeschouwerszijde.
De toenmalige voorzitter van de spelregelcommissie, de heer Van Heuvelenberg, zei hierover: ‘Risico’s moeten zoveel als mogelijk worden voorkomen, vandaar dat wij deze drastische maatregel hebben moeten doorvoeren. Wij zullen het doorgeven aan de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie.’
Bekende rapers waren: Kees van der Velden (1953-1975), Arnold Binken (1965-1990) en Johan Kloek (1978-2001).

7 Reacties

  1. Zijn er nog hedendaagse toppers, of loopt de jeugd niet meer zo warm voor het keiwerpen? Dat zie je overal namelijk. Behalve dan in het Zuiden des Lands. Daar vindt juist een opleving plaats van oud-hollandse sporten zoals daar zijn: swientjetik, dwergwerpen en klootjeknikkeren.

  2. Je ziet deze sport inderdaad wel in meer landen beoefend worden. Maar daar zijn de rapers meestal ingegraven. Dat kun je dan ook niet echt rapers noemen, lijkt mij.

  3. Het keiwerpen heeft geen religieuze (christelijke of islamitische) achtergrond. De oorsprong van het keiwerpen moet worden gezien in de inval der Vikingen in Dirxwoude, in het jaar 1062. De inwoners van Dirxwoude trachtten zich met keien te verdedigen, schreeuwend: ‘Daar heb je ze terug, kloothommels!’
    Dus nóg eerder geredeneerd, zou je terug kunnen gaan naar de ijstijd, maar dit is wellicht ietwat overdreven.

  4. @ Max. Het spel wordt nog wel met overgave beoefend, maar de spoeling wordt steeds dunner. Wie jong is, gaat keiwerpen. En wie gaat keiwerpen, enzovoorts. Helaas!

Laat een antwoord achter aan Ben Hoogeboom Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *